Hotspots nauwkeuriger met drone te identificeren

drone

De techniek om met een drone vogelnesten op te sporen wordt steeds verder verfijnd. Binnen het NPPL-project voert 4D precisienatuurbeheer vluchten uit op het bedrijf van melkveehouder Gerard Mul en zijn buurman. Op basis van ervaringen in het veld van de afgelopen jaren zijn voor komend seizoen verbeteringen doorgevoerd. Het gaat vooral om hotspots nauwkeuriger te identificeren.

De afgelopen jaren is voor het NPPL-project bij Gerard Mul nauw samengewerkt met vrijwilligers van de agrarische weidevogelvereniging en Raymond de Vries, de eigenaar van de drone, 4D precisienatuurbeheer. Met de drone met gesynchroniseerde daglicht- en warmtecamera worden in de vroege ochtend beelden gemaakt, waarbij zo goed en zo kwaad het kan vogelnesten en ander leven in beeld worden gebracht.

(tekst gaat onder foto verder)

gerard mul
Melkveehouder Gerard Mul probeert al enkele jaren met een drone vogelnesten op te sporen. Foto: Ruud Ploeg

Markeren van locaties

Het systeem maakt het mogelijk om tijdens het vliegen met sterren en iconen locaties te markeren die mogelijk interessant zijn. Een stopbord betekent niet interessant, bijvoorbeeld een haas of een mol. Een gevonden legnest wordt gemarkeerd met een vogelsymbool of een symbool om aan te geven dat nadere inspectie nodig is. Ook is het actuele beeld van de daglichtcamera te zien, gesynchroniseerd met de warmtecamera.

Verbeteringen

Technisch zijn de afgelopen jaren steeds verbeteringen doorgevoerd om de beelden beter te kunnen gebruiken vertelt De Vries. Een belangrijke verbetering was het uitrusten van de drone met een computer. Verder is gewerkt aan een dashboard waarmee de originele opgeslagen beelden later op kantoor nogmaals bekeken kunnen worden zodat bijvoorbeeld voor overleg met collega’s. Dat proces is afgelopen jaar verder verbeterd.

Analyses

Het vastleggen en bewaren van de ruwe data geeft mogelijkheden om achteraf analyses uit te voeren die meer inzicht geven in de waarde van de gevonden afwijkingen in het veld. Het is daarmee mogelijk om kleine vlekjes (kuikens) te linken aan een eerder gevonden hotspot op bijna dezelfde plaats. Dat geeft dus bevestiging dat de eerder gevonden hotspot, die inmiddels was verdwenen, toch een daadwerkelijk nest was.

Stappen vooruit

Deze beoordeling gebeurt nu nog visueel door een medewerker, maar De Vries verwacht dat de software op termijn een handje zal helpen. Ook worden temperaturen van de hotspot en omgeving vastgelegd. Het verschil in temperatuur tussen de hotspot en omgeving geeft soms ook een indicatie van een nest of een bepaald dier. Op dit moment wordt dit nog op basis van ervaring meegenomen, maar dit zou op termijn ook in de software meegenomen kunnen worden.

Komend seizoen zullen de originele beelden snel na een vlucht op kantoor beschikbaar zijn en in het dashboard bekeken worden. Dan kan de vlieger bijvoorbeeld worden bijgestuurd naar een interessante plek. Zover is het nog niet, maar De Vries verwacht dat het snel die kant opgaat.

Besluit over moment maaien

De Vries wil dit jaar de praktische toepassing demonstreren die de melkveehouder tijdens het werk in het weiland kan gebruiken. Dat betekent een monitor met daarop alle recente informatie over nesten. Op basis van die data kan hij de afweging maken of er gemaaid wordt, en waar precies binnen het perceel. Het was de bedoeling om afgelopen zomer bij Mul een proef daarmee te doen, dat is niet meer gelukt omdat al was gemaaid. Ook worden samen met Herman van Schooten, de NPPL-begeleider van Wageningen University & Research, de melkveehouder en mensen van agrarische weidevogelvereniging verdere (vlieg)afspraken voor komend seizoen gemaakt.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.