Bemesten op juiste plek geeft beste N-benutting

Thijs Neutel wil graag zijn grasland meer plaatsspecifiek bemesten en zoekt daarbij ondersteuning via NPPL. Zijn doel: hogere opbrengsten en minder mineralenverliezen. NPPL: niet alleen voor de akkerbouw, ook voor de melkveehouderij.
Het melkveebedrijf van Thijs en Machtelt Neutel in Saaksum (Gr.), ligt niet ver van het Reitdiep en het Lauwersmeer op de grens van het Hogeland en Westerkwartier. Neutel is dit jaar een van de nieuwe NPPL-deelnemers, net als twee collega melkveehouders bij hem in de buurt. Neutel is sinds 2021 deelnemer aan Koeien&Kansen en in 2023 draaide zijn bedrijf ook mee in een BES-proef voor bedrijfsspecifieke bemesting. ‘Ik beperk stikstofverliezen door alleen te bemesten als gewassen stikstof ook opnemen. Ik wil de stikstofefficiëntie nog verder verbeteren. Onder andere met een luxe kunstmeststrooier, die ik in 2022 heb gekocht met DAW-subsidie. Ik wil graag veel preciezer mijn grasland bemesten, zowel met drijfmest als met kunstmest’, zegt Neutel (bekijk ook de video hier onder).
Ondersteuning
‘De andere twee veehouders hebben ook zo’n dure strooier aangeschaft, maar we doen daar nog te weinig mee. Daarom sluiten we graag aan bij NPPL en hopen we te leren hoe we met plaatsspecifieke bemesting ons grasland beter kunnen laten renderen.’ De drie veehouders krijgen begeleiding van Frank Hollewand en Herman van Schooten van Wageningen University & Research. ‘Bij optimalisatie van de stikstofgift per perceel en wellicht ook binnen een perceel kunnen we de ondersteuning goed gebruiken.’

De Lely Vector voerrobot voert vers gras. Zomerstalvoeren verbetert ook de stikstofbenutting van het gras. Net als het toevoegen van 30% water aan drijfmest, wat Neutel doet om de NH3-emissie te verlagen.
Nog een zoektocht
Neutel teelt vooral gras en wat wintertarwe. ‘Mais en krachtvoer kopen we aan en we verhuren land aan pootgoedtelers, waardoor er veel vruchtwisseling is’, zegt Neutel. ‘De akkerbouwer waarmee ik samenwerk, verzorgt de tarweteelt. De tarwe benutten wij als energiebron voor ons melkvee.’ De Groningse veehouder heeft nog niet zoveel ervaring met precisiebemesting, maar wil dat wel graag. Ook omdat het punten oplevert in de ecoregeling. ‘Het helpt ons om in zilver te komen’, zegt Neutel. ‘Onze loonwerker Mechielsen in Oldehove heeft drijfmest opgebracht met behulp van een NIR-sensor op zijn bemester. Wellicht is daarmee de stikstofgift tussen en binnen percelen beter te sturen. Het is voor ons nog een zoektocht of we uit moeten gaan van de NIR-sensor of van satellietgegevens. We willen sowieso onderzoeken wat er te halen is met plaatsspecifiek bemesten van grasland.’ Neutel weet dat er opbrengstverschillen zijn binnen zijn graslandpercelen onder andere via taakkaart.nl. ‘Als we met bemesten rekening houden met die verschillen, renderen onze percelen beter. Plaatsspecifiek opbrengst meten in gras is lastig, ook al heb je opbrengstmeters op de hakselaar. We willen ook kijken hoe dat nauwkeurig kan.’
Foto onder: Daniel Kraaijeveld, een medewerker van het bedrijf Trimble, geeft Thijs Neutel tekst en uitleg over het werken met taakkaarten op de trekker.

Frank Hollewand, NPPL-expert
‘Neutel kan met zijn nieuwe kunstmeststrooier zeker variabel kunstmest strooien. Op 6 mei is getest of de gemaakte taakkaart werkt op zijn apparatuur. Het is gelukt om de eerste taakkaart in de terminal te krijgen. Daarmee gaat hij op een proefperceel de tweede snede bemesten op basis van een satellietbeeld of biomassa-kaart van afgelopen zomer. Neutel gaat meer kunstmest strooien op plekken met minder biomassa of grasopbrengst en op stroken waar minder klaver staat. Dat laatste is via taakkaart.nl handmatig gewijzigd. We werken nog aan het links en rechts onafhankelijk aansturen van de strooier. Daarnaast onderzoeken we ook of we een verschil in N-gift uit drijfmest (bepaalt met NIR-sensor op de bemester) binnen een perceel kunnen compenseren met een variabele N-gift uit kunstmest. In het algemeen is het moeilijk eenduidig te zeggen of je de hoogopbrengende stukken in een perceel gras extra moet bemesten of juist de mindere stukken. Het hangt erg af van wat de oorzaak is van het achterblijven van grasopbrengst op de slechte stukken. Als dat structuurbederf is, bijvoorbeeld op de kopakkers dan heeft extra bemesten weinig zin. De kennis van de veehouder over de geschiedenis van het perceel hierin heel belangrijk. Hiermee kunnen we controleren of de data kloppen met het beeld van de veehouder van een perceel.’

Op een satellietbeeld is in een perceel gras goed het verschil in biomassa te zien. In de groene zones staat het meeste gras en in geel het minste gras. Op basis daarvan wil Neutel variabel kunstmest strooien.
Wat levert het op?
Neutel verwacht meer grasopbrengst als hij plaatsspecifieker gaat bemesten. ‘En ook meer sturing op eiwitgehalte van het gras. Maar wat de exacte voordelen gaan zijn, weet ik nog niet, maar ik hoop via deelname aan NPPL verder te komen’, zegt Neutel. Gras maaien, schudden en harken doet hij zelf. De loonwerker brengt drijfmest op en hakselt het gras en kuilt in. ‘De eerste snede is bemest met dertig kuub drijfmest per hectare. Er is bemest met een NIR-sensor op de bemester, dus plaatselijk meer of minder bemest. Aan de hand van satellietgegevens via taakkaart.nl kijken we naar opbrengstverschillen binnen percelen. Op basis daarvan wil ik met taakkaarten plaatsspecifiek kunstmest strooien met mijn Kverneland Geospreadstrooier.’ Een belangrijke vraag die de Groningse veehouders hebben, is waar je na de eerste grassnede de meeste kunstmest moet gaan strooien? Op stroken met een hoger opbrengend vermogen of juist waar de grasopbrengst achterblijft? ‘Met hulp van de WUR willen we hier meer zicht op krijgen. Voor het bemesten van de tweede snede is het gelukt om een taakkaart in de terminal van de GPS te krijgen en met Isobus op een scherm te bedienen. Op plekken waar de klaver in het najaar goed staat, ga ik minder kunstmest strooien. Het is best wat uitzoekwerk en het is nog niet heel gebruiksvriendelijk. Maar toch probeer ik het een volgende keer eerst zelf. Al doende leer je en als het niet lukt, bel ik Frank’, zegt Neutel, die drie jaar geleden €28.000 betaalde voor de strooier, inclusief een GPS-set op de trekker. ‘Ik kreeg hiervoor subsidie vanuit DAW, anders had ik niet zo’n luxe strooier gekocht. Nu wil ik de functies van deze strooier wel beter benutten.’

Thijs Neutel (38) heeft samen met zijn vrouw Machtelt (35) een melkveebedrijf in Saaksum (Gr.). Er zijn drie melkrobots en een Lely Vector voerrobot. Samenwerking met akkerbouwers verhoogt ook de N-benutting. Neutel is al langer bezig om de stikstofbenutting te verhogen. Sinds 2021 is hij deelnemer aan Koeien & Kansen en in 2023 draaide zijn bedrijf ook mee in een BES-proef voor bedrijfsspecifieke bemesting.
Huiverig
Neutel verwacht praktische ondersteuning vanuit NPPL. ‘Zoals hoe je een taakkaart maakt en hoe je die in de strooier krijgt. Maar we hebben ook behoefte aan meer theoretische kennis. Bijvoorbeeld over hoe je een opbrengstkaart moet lezen en waar je extra moet gaan bemesten en waarom’, zegt Neutel. Hij vindt dat de overheid ook meer investeringssubsidies beschikbaar moet stellen voor boeren om het vliegwiel aan de gang te krijgen. ‘Want precisielandbouw draagt bij aan duurzame oplossingen. Maar boeren zijn huiverig om te investeren in innovatieve techniek, waar nog niet alles van bekend is.’ Het ideaalbeeld van de Groninger is een portaal waarin hij op basis van automatisch ingelezen gegevens van zijn grasland op elk moment in het seizoen automatisch de juiste hoeveelheid drijfmest en kunstmest op de juiste plek krijgt. ‘Zover zijn we nog lang niet, maar op langere termijn verwacht ik dat wel.’
VOF Neutel Saaksum (Gr.)
Op de Groninger zeeklei ligt het melkveebedrijf van de familie Neutel in Saaksum. De klei is 20% tot 60% afslibbaar. De zwaarste grond is blijvend grasland. Ongeveer 60 hectare grasland is in rotatie met pootgoed. Ze hebben 190 melkkoeien en 80 stuks jongvee. Er is 91 hectare grond waarvan 68 ha in eigendom. 7,5 ha is verhuurd voor pootgoed, 74 ha is gras (klaver), 17 ha wintertarwe. Per koe is de opbrengst gemiddeld 10.233 kg, eiwitgehalte is 3,73 % en 4,6 procent vet.

Voor het bemesten van de tweede snede werkt Neutel met een taakkaart. ‘Op plekken waar de klaver in het najaar goed staat, ga ik minder kunstmest strooien. De eerste taakkaart is met hulp van Frank Hollewand gemaakt. Ik probeer het een volgende keer eerst zelf. Al doende leer je en als het niet lukt, bel ik Frank.‘
1 Comment
Deze aanpak ook bij meerdere veehouders met hulp loonwerkers toegepast in 2021 tot 2023 in regio noord groningen en drenthe en mastenbroekerpolder. Bodemscans, taakkaarten daarop basisbemesting, dronebeelden gewasgroei en variabel strooien. Daarbij veel plaatselijke opbrengstmetingen in het veld. Waren pop 3 projecten met begeleiding dlv adviseurs. Bleek praktisch geen voordelen te halen, maar koste wel flink inspanningen.
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.