‘Meer grip op kosten en manuren voor beregenen’

Beregenen is een van de duurste en meest tijdrovende klussen op het bedrijf van Ronald Swinkels in Meterik. Daarom gaat de preiteler binnen de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL) aan de slag met ‘beregenen op maat’. Zijn doel: het waterverbruik met 20 tot 30% reduceren, besparen op arbeid én meer rust creëren in de bedrijfsvoering.

Dat het bedrijf van Ronald Swinkels (23) grotendeels is geënt op de teelt van prei is geen toeval. De Noord-Limburgse zandgronden lenen zich bij uitstek voor dit gewas. “Onze familie komt van oorsprong uit de omgeving van Eindhoven”, vertelt Swinkels. “Zo’n 25 jaar geleden streek mijn vader neer in Meterik. Vooral omdat de grond hier goedkoper was. Aanvankelijk teelde hij naast prei ook aardbeien, bospeen en spruiten. Maar aangezien de zandgronden zeer geschikt zijn voor de preiteelt, kwam de focus gaandeweg steeds meer op dit gewas te liggen. We kunnen hier mooie en vroege primeurprei leveren.”

De familie Swinkels, die 90 hectare prei teelt, levert jaarrond. “Alleen tussen de switch van de winter- naar de zomerprei zit een ‘gat’ van zes weken. Dit vangen we op door prei vanuit de koelcel te leveren.”

De familie Swinkels teel top 90 hectare prei en levert jaarrond.

Nattevingerwerk

Beregenen is een belangrijk aandachtspunt op het bedrijf van Swinkels: de ondernemer schat in dat hij jaarlijks zo’n vijfduizend uren beregent. “Als we niet beregenen, kunnen we niet oogsten; zo simpel is het. Prei is namelijk een gewas dat veel vocht nodig heeft, daarbij is het vochtvasthoudend vermogen van zandgrond beperkt. Gemiddeld beregenen we tussen de 10 en 35 millimeter per keer, afhankelijk van het stadium waarin het gewas zich bevindt.”

De ondernemer zet vijf verschillende haspels met kanonnen in om te beregenen. Het verplaatsen van de haspels en het aanpassen van de instellingen vergt volgens Swinkels veel tijd. “Soms moet je wel drie keer per dag naar een bepaalde haspel toe. Van april tot augustus is hier – afhankelijk van het weer – fulltime een medewerker mee bezig. Naast de kosten van deze manuren, zijn we ook veel geld kwijt aan brandstof voor de beregeningsmotor. Dit is onze grootste kostenpost op het gebied van beregening. Overigens zijn we ook wel actief bezig met peilgestuurde drainage, maar dat doen we slechts op een beperkt areaal.”

De ondernemer is ervan overtuigd dat er een flinke efficiencyslag te maken is als het gaat om bovenover beregenen. “Veel water komt terecht op aangrenzende percelen, op de openbare weg, et cetera. Ook is soms sprake van dubbele beregening. Hierdoor verspillen we behoorlijk wat kuubs. Daarnaast beregenen we nu op basis van gevoel en ervaring, er liggen geen harde data aan ten grondslag. Hierdoor blijft het nattevingerwerk.”

De ondernemer wil binnen de NPPL onder meer investeren in een systeem voor automatische aansturing van zijn haspels.

Automatische aansturing

De preiteler ziet diverse mogelijkheden om efficiënter te beregenen. Daarom wil hij binnen de NPPL onder meer investeren in een systeem voor automatische aansturing van zijn haspels, zoals bijvoorbeeld de Raindancer-techniek. “Een dergelijk systeem bepaalt, op basis van taakkaarten met perceelsinformatie, waar het kanon precies moet sproeien en regelt daarnaast de oprolsnelheid van de haspel. Op die manier voorkomen we dat we hoeken dubbel beregenen of beregenen op percelen van de buren of de openbare weg”, licht Swinkels toe. “Zo’n systeem is echter niet goedkoop; dit vergt een investering van enkele duizenden euro’s. Daarom willen we dit in eerste instantie installeren op één haspel, en kijken hoe het loopt. Hopelijk kunnen we hier in mei mee gaan draaien, zodat we er een heel beregeningsseizoen ervaring mee kunnen opdoen.”

De preiteler gaat daarnaast experimenteren met bodemvochtsensoren, die de hoeveelheid vocht in en de zuigkracht van de bodem in kaart brengen. Dit kan helpen bij het verder finetunen van de beregeningsstrategie. “Ook de inzet van satellieten of drones, voor het maken van infraroodbeelden van percelen, is een optie. Deze geven inzicht in de stand van het gewas en de hoeveelheid stress die dit ervaart. Ook deze informatie kunnen we gebruiken in onze irrigatiestrategie. Nadeel is wel dat dergelijke infraroodcamera’s behoorlijk duur zijn, en zich nog niet volledig bewezen hebben. Voorlopig focussen we daarom op de technieken voor de automatische aansturing van de haspels, de rest komt later wel. We willen het echt stap voor stap doen.”

Spuiten gebeurt op het bedrijf al taakkaartgestuurd.

Nulsituatie in kaart brengen

Hoeveel harde euro’s hij precies kan besparen met ‘beregenen op maat’ durft Swinkels op dit moment niet te zeggen. Daarvoor moet hij eerst inzichtelijk krijgen hoeveel het beregenen hem op dit moment kost. “Dat gaan we de komende tijd op een rij zetten: we willen weten waar we staan, wat de nulsituatie is. We verwachten echter minimaal 20 tot 30% te kunnen besparen op water, met name door het voorkomen van dubbele beregening. En door daar te beregenen waar het echt nodig is. Nu schatten we, aan de hand van de stand van het gewas, soms in dat het al tijd is om te beregenen, maar wellicht tonen data aan dat dit nog niet het geval is. Dit alles moet ons helpen te besparen op kosten en manuren. Daarnaast hoop ik dat dit meer rust brengt in ons bedrijf.”

De preiteler vindt het ook belangrijk om duurzamer om te springen met water. “Wij zetten nu grondwater in; dat kost ons niets. Maar door de uitgifte van pomplabels en registratie van de beregeningsputten houdt het waterschap wel strenge controle op de beregening met grondwater. Op die manier worden we toch min of meer verplicht om hier zuiniger mee om te springen. Ook daarom moeten we een efficiencyslag maken. Daarnaast krijgen we in ons land steeds vaker te maken met perioden van extreme droogte; vanuit dat oogpunt is het ook belangrijk om efficiënter om te springen met water.”

De preiteler hoopt dat – door puur en alleen binnen de perceelsgrenzen te beregenen – ook onvrede van voorbijgangers definitief tot het verleden behoort. “Fietsers die voorbijkomen krijgen nu regelmatig een gratis douche; iets wat ze logischerwijs niet prettig vinden. Ook daar zijn we straks vanaf.”

 

Experimenteren met schoffelrobot

Hoewel de nadruk in het NPPL-traject op ‘beregenen op maat’ ligt, gaat Swinkels dit jaar wellicht ook experimenteren met een schoffelrobot van Abemec. “Ook onkruid wieden is een tijdrovende bezigheid op ons bedrijf. Met een robot zouden we arbeid en daarmee kosten kunnen besparen. Daarbij boeken we tijdswinst; een robot werkt immers 24/7 door. Het is echter de vraag of een dergelijke robot, die alleen nog als prototype beschikbaar is, al kan worden ingezet op ons bedrijf. We willen in ieder geval niet meteen een exemplaar aanschaffen, maar het zou mooi zijn als we de kans krijgen om ermee te experimenteren.”

‘Veel te winnen met automatische aansturing’

Begeleider Thierry Stokkermans van Wageningen University & Research is onder de indruk van het bedrijf van Ronald Swinkels en zijn ouders. “Het is indrukwekkend om te zien hoe prei op zo’n grootschalige en professionele manier wordt geteeld. Daarnaast zijn de zaken prima georganiseerd.”

Stokkermans erkent dat de huidige wijze van beregenen, met vijf haspels, erg arbeidsintensief is. “In het seizoen heb je hier echt een dagtaak aan, vooral omdat je ook nog regelmatig te maken hebt met storingen. Er is in ieder geval veel te winnen op dit bedrijf. Met name door te investeren in een systeem voor automatische aansturing van de haspels, zoals de Raindancer. Hiermee kun je veel tijd en gedoe besparen: je hoeft de haspel alleen nog ’s ochtends aan het begin van het perceel neer te zetten, en hem ’s avonds weer op te halen. Dat geeft rust. En doordat continu heen en weer rijden tot het verleden hoort, bespaar je ook fors op diesel. Verder spaar je, door te beregenen op basis van taakkaarten, veel water uit. 20 procent besparing moet zeker haalbaar zijn.”

Volgens de onderzoeker worden dergelijke systemen in ons land nog niet veelvuldig ingezet, maar hebben deze zich wel reeds bewezen in het buitenland. “Het zijn robuuste systemen, die goed en probleemloos draaien. Voorwaarde is wel dat je als teler handig bent met de computer; de perceelsgegevens, voor het opstellen van de taakkaarten, moet je namelijk zelf invoeren. Ook kun je de locatie en status van de haspel volgen via een app op je telefoon.”

WUR-onderzoeker Thierry Stokkermans verwacht dat met beregenen op maat op dit bedrijf veel te winnen is.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.