Nog zoeken naar nuttig gebruik van alle data

bodemvochtmeter

Pieter van Leeuwen Boomkamp wil meer gaan doen met de data die hij verzamelt. Meer concrete stappen zijn gezet in beregening en bodemkwaliteit.

Pieter van Leeuwen Boomkamp behoort tot de eerste groep NPPL-deelnemers, dus heeft net het derde jaar achter de rug. De akkerbouwer richt zich op enkele variabele toepassingen met de veldspuit, namelijk bodemherbicide spuiten en loofdoden. Ook variabel bekalken was een doel. De afgelopen jaren heeft Van Leeuwen ook met andere toepassingen kennisgemaakt.

(tekst gaat onder kader door)

Bedrijfsgegevens

Pieter van Leeuwen Boomkamp (41) heeft een akkerbouwbedrijf van 160 hectare met 79 percelen. Hij behoort tot de eerste groep deelnemers aan NPPL vanaf 2018.

  • 160 hectare grond te bewerken
  • 79 percelen
  • 40 hectare aardappelen
  • 14 hectare suikerbieten
  • 35 hectare snijmais
  • 30 hectare tarwe
  • 9 hectare uien
  • 3 hectare wortels
  • 17 hectare voederbieten
  • 9 hectare grasland

Druppelirrigatie

Wat dat laatste betreft is nauwkeurig beregenen met druppelirrigatie een belangrijke. Vorig jaar plaatste hij in een perceel uien slangen onder de grond. Meerdere malen per week een kleine hoeveelheid water onder de grond geven, draagt bij een efficiëntere watergift. “Ook zorgt het voor lagere brandstofkosten en blijven de haspels beschikbaar voor andere teelten”, vertelde hij vorig jaar tijdens een rondgang.
Afgelopen seizoen heeft Van Leeuwen Boomkamp de aanpak verfijnd door plaatsing van een LoRain Soil bodemvochtstation. De meeste vochtmeters bepalen het percentage vocht in de bodem, die had Van Leeuwen al langer staan. Het systeem van GeoBas werkt tevens op basis van zuigspanning.
De akkerbouwer heeft het vochtstation afgelopen jaar tot tevredenheid gebruikt voor het aansturen van de beregening. Hij verwacht daardoor niet alleen op tijd, maar ook de juiste hoeveelheid water te hebben verstrekt. Hij noemt het ‘iets beheerster’ beregenen. “Op zuigspanning meten en aansturen is wel duurder, maar zeker een stuk secuurder dan op basis van vocht in de grond.” Helaas is de uienoogst op dit perceel door overlast van ritnaalden grotendeels mislukt en is dus weinig te zeggen over de meerwaarde in opbrengst.
Komend seizoen liggen de slangen tussen de winterzaaiuien en wortelen, in totaal 8 hectare. Hij gaat dan ook vloeibare dierlijke mest en/of kunstmest toedienen via het ondergrondse druppelsysteem. Welke meststof dat gaat worden, wil hij de komende maanden bepalen.

(tekst gaat onder foto door)

druppelirrigatie
De combinatie van vochtbepaling en druppelberegening in de uien beviel afgelopen jaar goed. Dit seizoen gaat de akkerbouwer ook een meststof toevoegen. Foto: Jan Willem Schouten

Datastromen structureren

Een andere toepassing is het gebruik van de vochtinformatie bij een adviesprogramma voor schimmelbestrijding. Al enkele jaren zoekt hij naar een praktische toepassing. “Door het drukke voorjaar is het er niet van gekomen. Maar ik neig naar PlantPlus van Dacom.”
Bij de aanschaf van een dergelijk systeem wil hij ook andere datastromen beter kunnen structuren en combineren. Dat is nog belangrijker vanwege het feit dat hij meer dan 80 percelen in gebruik heeft. “Op de computer staat nu 80 mapjes, dat is niet handig.”

(tekst gaat onder foto door)

Afgelopen seizoenen heeft Pieter van Leeuwen Boomkamp opbrengstdata verzameld maar deze moet nog gedeeltelijk worden geanalyseerd. Foto: Koos Groenewold

Opbrengstmeting

De akkerbouwer heeft namelijk al enkele jaren ervaring met opbrengstmeting, bij de uien en aardappelen. Daarnaast heeft hij data van satellietbeelden en zijn een aantal bodemscans gemaakt.
Het concreet gebruiken van de data valt echter nog tegen; tot nu toe is dat vooral voor kleinschalige proeven zoals verschillen in pootafstand en het monitoren van teeltbeslissingen.
Of en hoe de data bruikbaar is bij het maken van taakkaarten is voor hem nog onzeker. Het is wel iets waar de ondernemer meer mee zou willen doen, maar hij ziet zichzelf niet als proefbedrijf. “Daar heb de tijd en de kennis en vooral de financiële ruimte niet voor. Het zou goed zijn als daar andere partijen meer in kunnen doen.” Zijn NPPL-begeleider Thierry Stokkermans onderschrijft dit (zie kader).

(tekst gaat onder foto door)

pieter van leeuwen boomkamp
Van een aantal percelen zijn de afgelopen jaren bodemscans gemaakt. Ook heeft hij via satellieten en oogstmetingen data beschikbaar. Foto: Koos Groenwold

Aanschaf nieuwe spuit

Over de aanschaf van een nieuwe spuit heeft Van Leeuwen nog geen beslissing genomen. Hij heeft wel wat wensen met betrekking tot mogelijkheden, zoals pulserende doppen en bochtcorrectie. Dat laatste is vooral belangrijk vanwege veel kleine percelen. Hij heeft een viertal systemen in beeld, met elk voor- en nadelen en niet op de laatste plaats verschillende prijzen. Ook wil hij de status van een aantal technieken afwachten. Mogelijk krijgen een aantal precisietoepassingen met een nieuwe spuit een impuls, zoals plaatsspecifiek loofdoden en bodemherbicide spuiten.

Verbeteren bodemvruchtbaarheid

Naast de precisietoepassingen is Van Leeuwen Boomkamp al jaren actief met het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid. Hij past al langer niet-kerende grondbewerkingen toe en afgelopen seizoen heeft no-till zaaien zijn intrede gedaan. Dat betekent dat het zaaizaad rechtstreeks in de onbewerkte grond wordt gezaaid.
Op deze manier is afgelopen jaar 20 hectare groenbemester achter het graan aan gezaaid. Hij heeft de indruk dat het deel no-till beter is ontwikkeld dan op de 10 hectare traditioneel bewerkte grond, zeker vanwege het vochtgebrek door droogte. Hij beseft dat het investeringen ten behoeve van de kwaliteit van de bodem voor langere termijn zijn. “Voor de korte termijn biedt het qua arbeidsinvulling en planning voordelen. In een toch al drukke tijd kost het minder arbeid.”

Bemesting

Qua bodemvruchtbaarheid blijft bemesting belangrijk. Compost is maar beperkt aan te voeren en een optimale verdeling op de percelen zou daarom zeker voordelen bieden. De akkerbouwer zou meer met precisiebemesting willen doen, maar heeft dan meer bodemkaarten nodig. Met veel kleine percelen is dat een dure aangelegenheid aangezien voor elk perceel een minimaal aantal referentiemonsters per scan nodig is. Hij wil komend jaar toch kijken welke mogelijkheden er nog zijn. “Mogelijk is data vanuit de opbrengstmeting is bruikbaar.”

(tekst gaat onder foto door)

Pieter van Leeuwen Boomkamp zou meer met precisiebemesting willen doen. Maar dan heeft hij meer bodemkaarten nodig. Foto: Koos Groenewold

Bodemkwaliteit

Terugkijkend op drie jaar NPPL heeft bodemkwaliteit steeds meer aandacht. Nauwkeurig beregenen met dit jaar bemesting erbij is een toepassing die niet was gepland maar goed uitpakt. De hoge verwachtingen van het kunnen gebruiken van bodemkaarten en oogstdata zijn nog niet uitgekomen. De dagelijkse realiteit rondom kosten, drukte en wat te weinig ervaring vanuit de praktijk zijn daar debet aan. Hij hoopt komend seizoen wat dat betreft toch nog wat stapjes te kunnen zetten. “Ik vind het allemaal interessant en zie de voordelen nog wel.”

‘Meer gevoel krijgen bij keuzes, zonder grote risico’s of kosten’

Sinds vorig jaar is Thierry Stokkermans de NPPL-begeleider van Wageningen University & Research. De ontwikkelingen rondom de nauwkeurige watergift en bodemvruchtbaarheid volgt hij met veel belangstelling en adviseert waar nodig voor verbeteringen.

Dataverzameling moeizaam
Stokkermans herkent de moeizame dataverzameling die Pieter van Leeuwen Boomkamp op zijn bedrijf ervaart en de vragen van de akkerbouwer hoe het praktisch toepasbaar is te maken. “Het gebruik van oogstdata blijft nog altijd moeilijk. Wat te doen met verschillen die worden gemeten in een perceel? Maximaliseren van de plekken met het hoogste niveau, of juist alles zoveel mogelijk gelijk proberen te trekken.”
Stokkermans benadrukt dat er meer kennis voor nodig is, maar ondernemers maken zelf op basis van eigen ervaring en gevoel keuzes zoals Pieter ook soms doet. Het is volgens hem een belangrijk punt bij de verdere ontwikkeling van precisielandbouw.

Experimenten
De adviseur wil komend seizoen samen met Van Leeuwen Boomkamp bekijken wat de mogelijkheden zijn om in dit kader wat te experimenteren met verschillende rassen. Dat gebeurt dan op basis van gevonden verschillen bij de oogstmetingen van voorgaande jaren. “Mogelijk geeft dat meer inzicht hoe rassen presteren onder verschillende bodemomstandigheden.” Daarmee kan Pieter volgens hem meer gevoel krijgen bij de keuzes die hij maakt, zonder dat het grote risico’s of kosten met zich meebrengt. Want dat blijft een belangrijk aspect voor de akkerbouwer rondom de nieuwe toepassingen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.