Onderzoek

Variabel spuiten tegen phytophthora in aardappelen

Waar/wie:
Veenkoloniën Proefbedrijf ’t Kompas in Valthermond (Dr.), Gewas + grondsoort
Onderzoeksperiode:
2012-2015

Conclusies

  1. Variabel spuiten met contactfungicide tegen phytophthora is op een oppervlakte van 10 tot 30 m2 technisch haalbaar.
  2. Gemiddelde besparing van 20% aan middel ten opzichte van gangbaar.
  3. Kan bijdragen aan voorkomen resistentieontwikkeling fungiciden.

In de periode 2012-2015 is op proefbedrijf ’t Kompas in Valtermond (Dr.) een praktijkproef uitgevoerd met variabel doseren van contactfungiciden in aardappel tegen Phytophthora infestans, de veroorzaker van Aardappelziekte, Tegen deze schimmel zijn verschillende dosis van Revus (actieve stof Mandipropamid) getest. De praktijkproeven werden uitgevoerd met behulp van een Yara N-Sensor (biomassa-sensor; NDVI) en een CHD landbouwspuit. Daarbij is de dosering afgestemd op basis van de biomassa. De effectiviteit van de bespuiting werd getoetst aan de hand van een standaard PPO-beoordelingsschaal, de zogenoemde biotoets.

De praktijkproef werd tot medio juli 2012 wekelijks beoordeeld op een phytophthora-aantasting. Infecties zijn niet waargenomen, er waren ook geen gewasverschillen te zien tussen variabel doseren en de gangbare praktijk met vaste doseringen.

Wel is geconstateerd dat de doseringen voor variabel spuiten achteraf gezien onbedoeld te hoog waren door een fout in de software. Ondanks de te hoog ingestelde dosering is gemiddeld over het seizoen is met het variabel spuiten 17% minder middel gebruikt.

In 2013 is de praktijkproef herhaald, met uitkomsten die in lijn liggen met die in 2012. Gemiddeld is er met variabel spuiten in dat jaar een middelreductie van 32% gerealiseerd.

Datzelfde geldt voor de praktijkproef in 2014, waarbij 11 % werd bespaard op het middel bij toepassing van variabel spuiten.

In 2015 werden resultaten genoteerd die in lijn lagen met de voorgaande jaren, ook de praktische toepasbaarheid van variabel spuiten met contactfungicide is aangetoond. In 2015 kon geen betrouwbaar percentage worden berekend voor de middelenreductie omdat bij drie bespuitingen een onbedoelde onderdosering heeft plaatsgevonden. Het onderzoek komt tot de slotsom dat er perspectief is voor variabel doseren van gewasbeschermingsmiddelen door gebruik te maken van nieuwe technologieën als plaatsbepalingstechnieken, sensoren voor meten van biomassa, ICT en toedieningstechniek. De praktijkproeven laten ook zien dat voor toepassing van een contactfungicide tegen phytophthora variabel doseren op een oppervlakte van 10 – 30 m2 praktisch haalbaar is. Over de jaren 2012-2015 is met variabel spuiten per bespuiting 12 tot 49% van het middel bespaard. Dit is gemiddeld zo’n 20%, waarbij wel aangetekend wordt dat de resultaten indicatief zijn.

Download het rapport