Waarom vaste rijpaden in percelen niet altijd iets opleveren

trekkerband

Het gebruik van vaste rijpaden geldt voor veel akkerbouwers in de precisielandbouw als een beproefd concept. Toch besloot akkerbouwer Bart van Loon uit het Noord-Hollandse Slootdorp onlangs na jaren om ermee te stoppen. ‘Voor anderen zal het wat opleveren, maar voor mij is er nu geen meerwaarde.’

Van Loon verbouwt een flink aantal gewassen waaronder aardappels, wortelen, uien, witlof en spinazie. Hij werkt in de percelen daarom met verschillende spoorbreedtes.

Jarenlang werkte hij met vaste rijpaden in de percelen, om bodemverdichting tegen te gaan. “Maar wat we al gauw zagen is dat de buitenste randjes van de bedden minder planten hadden of wat makkelijker ‘wegvielen’. Kennelijk rijdt je dan toch structuurschade in de bodem naast het pad.”

(tekst gaat onder foto verder)

rijspoor in uienperceel
Bart van Loon werkte jaren met vaste rijpaden in de percelen, maar inmiddels heeft hij dit systeem verlaten.

Zoektocht

Het zinde Van Loon niet. Hij greep door de jaren heen op allerlei manieren in om bodemverdichting tegen te gaan. “We gebruiken een machines die twee bedden tegelijk kan bewerken. Er kwam nieuwe technologie voor banden, waarmee je met hoge en lage druk kan werken.”

Toch bleven al die tijd de bedden naast de rijpaden er slecht uitzien. “Het groeide op die plekken nooit lekker door. Wanneer we het omploegden, zag de grond er blauw uit. Dat wijst volgens mij op een zuurstofloze bodem. We hebben uiteindelijk het hele traject met rijpaden van de baan geschoven en we gingen weer op de traditionele wijze verder, dus zonder vaste rijpaden.”

Twee ton minder opbrengst

Toen later voor Van Loon opbrengstmetingen op zijn uienlader en zijn aardappelrooier mogelijk werden, nam hij toch nog eens de proef op de som. “Ik wilde weten hoe het nou écht zit. Dus twee seizoenen op rij heb ik weer met mijn zaaimachine hetzelfde paadje bereden. Bewust twee seizoenen, om er zeker van te zijn dat het niet door een verkeerde indeling kwam of ander toeval. En toen zag ik dus de resultaten: een licht negatief verschil met de jaren zonder vaste rijpaden. Er kwam gemiddeld zelfs twee ton minder opbrengst uit dan zonder vaste rijpaden. Project mislukt, zou je kunnen zeggen.”

Moderne trekkers zorgen voor meer verdichting

Toch zegt Van Loon niet dat het systeem met vaste rijpaden dan maar ‘onzin’ is. “Nee, zeker niet. Maar voor mij pakt het alleen niet voordelig uit. Wat niet onbelangrijk is: ik zit op lichte in voorjaarsgeploegde zavelgrond en ik gebruik een lichte trekker met 5,5 ton. De bodemdruk daarvan is kennelijk zo minimaal, dat het verschil tussen vaste en ‘losse’ rijpaden niet aantoonbaar is. In ons teelsysteem stappen wij er dus van af, omdat het ons veel tijd en energie kost. Maar ik ken veel telers die grotere en zwaardere trekkers gebruiken. Dat levert natuurlijk een andere verdichting op dan bij ons.”

Volgens Van Loon is het gewicht van met name de moderne trekkers een belangrijke oorzaak van problemen met bodemverdichting. “Iedereen wil steeds meer, ze moeten steeds meer kunnen Nieuwe trekkers wegen echt veel meer dan die van twintig jaar terug. Ook bij nieuwe werktuigen heb je een flinke trekkracht nodig. Ook dat levert verdichting op.” 

(tekst gaat onder foto verder)

bart van loon
Bart van Loon heeft voor zijn bedrijf de conclusie getrokken dat vaste rijpaden op zijn bedrijf niet voordelig uitpakken. Dat hoeft volgens hem niet voor alle bedrijven te gelden.

Ploegen heeft belangrijke effecten

WUR-onderzoeker Derk van Balen, gespecialiseerd in bodemverdichting, kijkt niet op van het feit dat vaste rijpaden niet altijd werken, zoals bij Van Loon. “Wij hebben eerder gezien dat, bij geploegde grond, een systeem met vaste rijpaden voor minder opbrengst zorgt in de rijen direct naast het rijpad. Bij teeltsystemen waar niet geploegd wordt, zien we echter een nagenoeg gelijke opbrengst in alle rijen.”

Een nadelig effect van een vast rijpad op de aansluitende bedden is volgens Van Balen in geploegde grond inderdaad te zien aan de blauwe kleur onderin de vaste rijpaden. “En zeker geploegde grond heeft minder draagkracht.”

Onderzoek naar vaste rijpaden

Van Balen verwijst naar een onderzoek over het effect van vaste rijpaden. “Een student van Aeres Hogeschool heeft hier uitgebreid en bekroond onderzoek naar gedaan. Uit zijn onderzoek wordt onder meer duidelijk dat het belangrijk is voor verdichting of je wel of niet ploegt.”

Ook het gewicht van trekkers speelt een belangrijke rol bij het effect van vaste rijpaden. “Dat kan heel goed. Op het moment dat je erg voorzichtig te werk gaat, dus alleen rijdt wanneer het goed droog is, met bijvoorbeeld een lage bandendruk en lichte machines, dan zal het verschil tussen vaste rijpaden en geen vaste rijpaden inderdaad kleiner zijn. Het voordeel van vaste rijpaden is in mijn ogen dat je al eerder in het voorjaar het land op kan, omdat je de rijpaden dan al hebt liggen.”

Extra adviezen

Een advies dat Van Balen meegeeft, is dat onbereden bedden in systemen met vaste rijpaden ‘een beetje bol’ kunnen komen te liggen. “Als dat zo is kun je een probleem hebben met het zaaien van gewassen. Wie ieder jaar ploegt, heeft daar echter geen last van.”

Het ongemerkt verspelen van blauwe klei zou ook kunnen meespelen in opbrengstderving. “Wie gaat ploegen in paden die zijn ‘vast gereden’ versleept mogelijk blauwe klei naar het teeltbed. Dat heeft ook effect voor de opbrengst.”

2 Comments

  • Bartlema zegt op 22-01-2021 - 08:34 :

    Rijenbemesting wil nog wel eens helpen om mooie randrijen te krijgen. Heb je dat gedaaan ?

  • Pius Floris zegt op 22-01-2021 - 10:08 :

    Het blijft me elke keer opnieuw verbazen dat er in het rijpadenonderzoek of de besluitvorming van de individuele teler over het wel of niet werken met rijpaden op geen enkele wijze rekening wordt gehouden met de biologische factoren van de grond. Het gaat over ploegen of het gewicht van de trekker of apparaten. De blauwe kleur van de grond wijst inderdaad op zuurstofgebrek. (Want de blauwe kleur komt van dode organismen) bodemverdichting komt ook van teveel Kalium, gebrek aan mycorrhizaschimmels en overdosering van fungiciden. Als de grond beschouwd gaat worden als een levend organisme ontstaat er voor elke teler een geldbesparend, CO2 bindend, droogtebestendig en duurzaam alternatief. En niet vergeten: het onderzoek leidt boeren niet, het volgt boeren.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.