Domeinkaarten digitaal maken was een goede zet
Pim Sturm heeft zijn eerste jaar als NPPL-deelnemer erop zitten. Corona heeft volgens de akkerbouwer in het Noord-Hollandse Wieringerwerf behoorlijk roet in het eten gegooid, daardoor is hij minder ver gekomen dan gehoopt.
Wat hij van dit jaar wel leerde, is dat domeinkaarten van de Wieringermeer dezelfde informatie opleveren als de bodemscans. Daarom stelt hij dat het digitaliseren van bestaande bodemkaarten een uitkomst is bij het maken van taakkaarten.
Scans vergelijken met domeinkaarten
Eind maart 202 liet hij op een proefperceel van 12 ha, waar hij later uien zou zaaien, de bodem scannen door Eddie Loonstra van bodemadviesbureau Loonstra & Van der Weide. Op initiatief van expert Koen van Boheemen van Wageningen UR zijn tevens beschikbare domeinkaarten gedigitaliseerd. ‘’Daarmee hebben Koen en mijn medewerker Martijn een grote stap gezet. De data komen overeen. Voor mij is duidelijk dat de bodemscan van Loonstra betrouwbaar is, maar ook dat we de domeinkaarten zelf kunnen gebruiken.’’
Volgens Sturm hebben akkerbouwers in de Wieringermeer de beste informatie dus al in huis. ‘’Ook als je satellietwaarnemingen en opbrengstmetingen ernaast legt, komen die grondsoorten die op de kaarten zijn aangetekend, er duidelijk uit.’’
Variabel bemesten
Begin april 2020 heeft Sturm uien gezaaid, overigens niet variabel, op een proefperceel waarvan hij toen al wist dat het percentage lutum varieert van 10 tot 20%. Door variabel te bemesten wilde hij de groei van de uien gelijktrekken. Hij startte met de toediening van vloeibare meststof bij het zaaien. Bij een standaardgift van 400 liter N-XT per hectare, is er 20% naar boven en 20% naar beneden afgeweken, van 360 liter (bij 15-20% lutum) tot 440 liter (bij 10-15% lutum). Het plan was om op basis van dronebeelden die biomassa meten tijdens de teelt variabel over te bemesten.
Helaas brak een periode van extreme droogte aan. Sturm: “We hebben niet beregend, omdat dit leidt tot korstvorming. Uiteindelijk was de opkomst wisselend, van 90% op de lichtere stukken tot 30% op de zwaardere delen. Daarna hebben we het plan losgelaten.’’
Dit jaar gaat Sturm opnieuw van start, omdat hij ervan overtuigd is dat precisielandbouw de toekomst is. Hij bespeurt in de hele regio meer interesse en ook zijn teeltvoorlichter bij CAV-Agrotheek neemt een actieve houding aan. ‘’We kunnen dit niet in één jaar aantonen, maar voor mij staat vast dat bemesten op maat tot besparing en meer uniformiteit leidt. Dit willen we duidelijk maken door ook opbrengsten te meten. Hierop kan het bemestingsadvies weer worden aangepast.’’
Corona
Uit angst voor coronabesmetting onder het personeel, gooide Sturm al vroeg in het jaar de deur nagenoeg op slot. De focus lag meer op het uitvoeren van geplande werkzaamheden dan bij experimenten. Ook de gebruikelijke bezoeken en gesprekken met deskundigen bleven achterwegen, waardoor volgens Sturm ontwikkelen zijn komen stil te staan. Niet alleen op zijn bedrijf, maar ook bij bedrijven die de tools moeten leveren. ‘’Alles zit bij iedereen in de ijskast’’, vat hij zijn bevindingen samen. ‘’Van beeldherkenning en het doorrekenen van logaritmes bij camera’s tot de plaatsing op de DRD-lijst van driftarme doppen.’’
Camera’s
Sturm kijk vooral uit naar een camera die na mechanische loofdoding in aardappelen de planten herkent die onvoldoende zijn geraakt. ‘’De camera moet dus het ene groen van het andere kunnen onderscheiden. Dit wordt de input voor een spuitkaart. Als we de juiste planten weten te raken, levert dit een besparing op van 90%.’’ Overigens houdt de akkerbouwer vast aan het idee, dat realtime camera’s de toekomst hebben. Het vliegen met drones is volgens hem slechts een tijdelijke oplossing.
Camera’s op de machine zijn ook nodig voor een betrouwbare oogstmeting. ‘’Nu werken we met sensoren op de rooimachine die het gewicht van de tulpen registreren. Wegen werkt ook bij graan, dat is een schoon product. Bij aardappelen en peen moet het anders. WUR is hiermee bezig, maar ook Grimme. We houden het in de gaten.’’
Spuiten
Sturm staat te springen om een nieuwe spuittrekker op te bouwen. Maar eerst moet duidelijk worden of een nieuwe generatie driftarme spuitdoppen gelegaliseerd wordt. ‘’Ik wil graag met luchtondersteuning spuiten, maar afgelopen jaar kon dat niet, omdat ik de spuitboom, van een trekker die ik overigens pas drie jaar heb, niet dicht genoeg boven het gewas kan laten zakken. Verder wil ik per dop kunnen aansturen. Nu kan dit alleen per sectie, over 1,50 meter dus.’’
Druppelirrigatie
Hij houdt het voor mogelijk dat er dit jaar nog een proef met druppelirrigatie wordt aangelegd. ‘’Zowel de CAV als Vertify (voorheen proeftuin Zwaagdijk, red.) hebben hier interesse in. Dit is hier bij een kostbare teelt als aardappelpootgoed eigenlijk helemaal niet zo nieuw. De slangen kunnen relatief eenvoudig worden ingefreesd. Wat nieuw is, is de toevoeging van meststoffen.’’ In een teelt van uien moeten de slangen volgens Sturm op 10 cm diep komen te liggen in verband met schoffelen. ‘’Daar zal 10% opbrengstverhoging ook lukken, maar dat weegt niet op tegen de kosten’’, besluit hij.
Schoffelrobot
Als het vanwege corona weer mag, gaat hij weer graag de boer op. Dit jaar wil ik me ook oriënteren op schoffelrobots. Ik ben benieuwd wie wat heeft gekocht en waar ze rijden.’’ De akkerbouwer/loonwerker is er zeker van dat het die kant opgaat. Daarmee doelt hij niet alleen robots die schoffelen, maar ook op de automatisering van cultiveren, spitten en woelen.
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.