Geautomatiseerde luizendetectie als wens

Huetink Bloembollen experimenteert dit jaar met een geautomatiseerd luizendetectiesysteem waarbij foto’s van plakvallen op afstand bekeken en beoordeeld kunnen worden. Het doel is om op basis van infectiedruk op het juiste moment de juiste dosering insecticiden toe te passen.

Op het juiste moment de juiste dosering mest of middel op de juiste plek toedienen is één van de vele aspecten van precisielandbouw. Voor elk middel is actuele informatie nodig om de bespuiting zo effectief mogelijk uit te voeren met de best mogelijke uitwerking: financieel, voor het gewas én voor het milieu.

Gele plakval

NPPL-deelnemer Sjaak Huetink uit Lemelerveld (Ov.) experimenteert daarom voor luizenbestrijding in onder meer lelies dit jaar met een systeem van het Oostenrijkse Pessl Instruments. Het systeem, in dit geval de iSCOUT Color Trap, dat wordt vermarkt door Vantage Agrometius, bestaat uit een gele plakval met daarop een 10 megapixel fotocamera gericht die op gezette tijden foto’s van de plakval maakt en via GPRS doorstuurt naar het online FieldClimate platform. Daarin bekijk je de beelden om zo de gevangen insecten proberen te determineren. Met gedetermineerde plakvallen wordt een herkenningsalgoritme getraind om luizen automatisch te kunnen herkennen.

Zelf luizen determineren valt best tegen, zo bleek tijdens een bijeenkomst bij Sjaak Huetink met NPPL-expert Johan Booij, WUR-entomoloog Bas Allema, CAV Agrotheek teeltspecialisten Sjors Balk en Anton Dingemans, Jeroen Straver van Agrometius en Ernst Jan Duim van Huetink Bloembollen.

Johan Booij (WUR/NPPL), Jeroen Straver (Agrometius), Ernst Jan Duim (Huetink) en WUR-entomoloog Bas Allema bekijken de vangst op lijmkaart van de iSCOUT Color Trap. Op de achtergrond de ‘gewone’ plakval met vier lijmkaarten, één op elke windrichting.

Determinatie lastig

Bij binnenkomst staren de bovengenoemde personen aandachtig naar de plakvallen die in de kantine op tafel liggen. Enkelen met bril, anderen juist zonder en weer anderen met een loepje. Het blijkt nog niet mee te vallen om de kleinere insecten gevangen in de lijm, te determineren. “Sommige insecten voeren een ware doodsstrijd op die plakval en verliezen bijvoorbeeld pootjes of vleugels en dat maakt determinatie lastig”, zegt Bas Allema. “Soms is het al lastig om verschillende soorten insecten te herkennen”, geeft Anton Dingemans aan.

Het blijkt vooral lastig om onderscheid te maken tussen bladluizen en andere kleine insecten die erop lijken zoals kleine muggen of bladvlooien. “Terwijl ik juist wil weten wat de bladluizendruk is in de regio en op percelen om daar de bestrijding op af te stemmen”, aldus Sjaak.

Camera heeft ook moeite

Bij het bekijken van de beelden van de iSCOUT Color Trap in FieldClimate blijkt dat niet alleen het menselijk oog, maar ook de 10 megapixel fotocamera moeite heeft om de gevangen kleine insecten voldoende scherp in beeld te krijgen. De grotere insecten gaat goed, maar met name de kleine insecten (<3mm) zijn moeilijk goed op beeld vast te leggen. Het systeem wordt daarom nu uitvoerig getest door de betrokken partijen.

Er wordt geëxperimenteerd met een kleinere (20 cm) en grotere (35 cm) afstand tussen de plakval en de lens om uit te vinden welk effect dat heeft. Er wordt ook gekeken naar de mogelijkheden van een andere lens of camera. Tevens wordt het effect van lichtinval op het moment dat de foto van de plakval wordt gemaakt onderzocht. Nu is dat één keer per dag. De door zonnecellen gevoede accu van de iSCOUT heeft een capaciteit voor (het versturen van) maximaal drie foto’s per dag.

Sneller dan de plakval

Op hetzelfde lelieperceel waar een iSCOUT Color Trap staat, staat ook een ‘gewone’ plakval met vier lijmkaarten, één op elke windrichting. Deze worden normaal gezien opgestuurd voor analyse en 10 dagen later volgt de uitslag. Sjaak: “Alleen het aantal bladluizen wordt doorgegeven, terwijl ik juist graag onderscheid wil kunnen maken tussen soorten, maar dat blijkt lastig. Als tussenstap zou het al schelen als alle groene bladluizen worden onderscheiden van overige luizen omdat de groene perzikbladluis de belangrijkste overdrager is van virus. Nu hanteren we een wekelijks spuitschema en ik hoop dat zoveel mogelijk op te kunnen rekken. Het liefste bestrijd ik insecten biologisch. Met biologische middelen en bijvoorbeeld akkerranden of waardgewassen/bankierplanten.”

Daar waar dat niet kan, wil Sjaak het liefste dagelijks actuele informatie over de luizendruk én, bij voorkeur een middelenadvies voor de bestrijding.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.