‘Hoe maak je een goede taakkaart?’

Het maken van een taakkaart lijkt gemakkelijker dan het in werkelijkheid is. Vooral de vertaalslag naar de optimale uitvoering van de hier aan gekoppelde taak is soms moeilijk.

Hoe maak je nou precies een goede taakkaart? Dat was bij de twee zoneringsdagen – georganiseerd door Proeftuin voor Precisielandbouw Zuid-Nederland – één van de vragen die het meest voorbij kwam. Iedereen die NPPL al een tijdje volgt, weet als het goed is dat het maken van een taakkaart geen heel moeilijk kunstje is. Als data van het perceel beschikbaar zijn, zijn er meerdere tools en websites beschikbaar om die om te zetten in een taakkaart.

Optimale bewerking

Maar wanneer is een taakkaart nou een goede taakkaart? Om deze vraag te beantwoorden, moeten we ons verdiepen in wat een taakkaart nou precies is. In principe is een taakkaart niets meer dan een reeks opdrachten voor een machine die een variabele toepassing kan doen. Dat wordt gekoppeld aan verschillende locaties in het perceel. Dit klinkt op zich niet heel ingewikkeld toch?

Maar hoe bepalen we nou voor elke locatie in het perceel de juiste opdracht, zodat onze bewerking optimaal is? Ik denk dat deze vraag nog steeds de grootste uitdaging is voor precisielandbouw. We zijn het wel eens dat het begint met informatie over die verschillende locaties. Maar nu moeten we die informatie gebruiken om precies de juiste dosering te bepalen.

Hierbij zijn naar mijn idee twee dingen erg belangrijk: de logica en de verschillen tussen locaties in ons perceel. Stel: we gaan de laatste stikstofgift in een perceel consumptieaardappelen doen op basis van een satellietbeeld. Dit beeld bevat de NDVI-meetwaarde en die iets zegt over de hoeveelheid biomassa (gewas) boven de grond. Voor de liefhebbers: NDVI betekent Normalized Difference Vegetation Index.

NDVI-waarde niet genoeg

We gebruiken een handige tool op internet. Die deelt op basis van NDVI-waardes het perceel op in drie zones: zone A met een NDVI van 0,5 tot 0,55, zone B met een NDVI van 0,55 tot 0,6 en zone C met een NDVI van 0,6 tot 0,65. De tool vraagt u nu om te zeggen hoeveel stikstof u per zone wilt strooien. Wat doet u?

Laten we eerst naar de logica kijken. Het doel van deze stikstofbemesting is om precies de hoeveelheid stikstof toe te dienen die het gewas kan opnemen. Zo krijgt ons gewas precies wat het nodig heeft en spoelt er niks uit. Maar kunnen we dit bepalen op basis van de NDVI-waarde? Ik ben bang van niet.

Dit levert ook meteen problemen op als we gaan kijken naar de verschillen tussen zones. Als we op basis van de NDVI niet kunnen bepalen hoeveel stikstof nodig is, hoe kunnen we dan de verschillen tussen zones bepalen? We kunnen met zo’n tool wel een taakkaart maken, maar een goede, logische taakkaart is het eigenlijk niet.

Hulp van groeimodel

Gelukkig is er voor het bijbemesten van aardappelen een model beschikbaar waar een hoop logica ingebouwd is. Dit model gebruikt een andere meetwaarde dan NDVI. Die meetwaarde wordt wel vertaald naar de hoeveelheid stikstof in het gewas op basis van een kalibratie die jaarlijks bijgewerkt wordt. Een groeimodel bepaalt dan of stikstof wel de beperkende factor voor groei is. En zo ja, hoeveel stikstof het gewas te kort komt.

Per zone of locatie kan dan een taakkaart gemaakt worden met precies die hoeveelheid stikstof. Zit er veel verschil in de opgenomen stikstof in het perceel dan zal er ook veel verschil in de doseringen in de taakkaart zitten. Immers, zit er weinig verschil in het perceel dan zit er ook weinig verschil in de doseringen in de taakkaart.

Gezond verstand en eigen logica blijven belangrijk

Naar mijn idee zit het met de logica en de verschillen tussen zones op deze manier een stuk beter. Maar het kan altijd beter. Het model houdt nu nog geen rekening met plaatsspecifieke verschillen in opbrengstpotentie. Op een kopakker heb je bijvoorbeeld altijd minder opbrengst en dit zouden we ook graag meenemen in onze beslissing.

Blijf je dus bij elke taakkaart die je in handen krijgt – of bij een kaart die je zelf maakt – afvragen of de vertaling van meting naar dosering logisch is en of de verschillen in de taakkaart in verhouding zijn met de verschillen in het perceel. Het gezond verstand en je eigen logica blijven belangrijk.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.