Niet variabel gepoot, wel inzicht in vochttoestand

Peter van der Poel wou dit jaar zijn aardappelen handmatig variabel poten. Dat is niet gelukt. Wel kreeg hij meer inzicht in de vochttoestand van de grond.

Tweede NPPL-seizoen

Op het akkerbouwbedrijf van Peter van der Poel is het tweede NPPL-seizoen wat anders verlopen dan gedacht. Al langere tijd deed de akkerbouwer met meerdere precisietechnieken ervaring op en vorig jaar is een begin gemaakt met variabel aardappelen planten. Met name het perceel op afstand kent nogal wat verschillen in zwaarte en plekken met bomen. Met variabel poten beoogt hij een meer sortering te krijgen met een hoger saldo per hectare.

Het eerste NPPL-jaar (2019) is de proef gelukt. “Uit de oogstresultaten bleek dat het variabel poten op de lichte en de zware grond een positief effect te hebben op sortering en opbrengst van de aardappelen”, aldus de ondernemer vorig jaar.

Met die goede ervaringen in het achterhoofd was voor dit seizoen het idee om op twee percelen variabel te poten: een perceel van 10,5 hectare en een perceel van krap 4,8 hectare. Alles bij elkaar zou ongeveer de helft van het aardappelareaal op deze manier worden geplant.

Er is wel een verschil met vorig jaar. Omdat het technisch niet haalbaar is om de eigen machine met taakkaarten aan te sturen, is een alternatief bedacht: De taakkaart komt op het gps-scherm in de trekker en Van der Poel zou de pootafstand telkens handmatig instellen. Zijn idee was om daarbij drie pootafstanden te gebruiken, afhankelijk wat het scherm aangeeft.

Niet variabel gepoot

Voor het poten van de aardappelen is besloten om alleen op het grote perceel van 10,5 hectare variabel te planten. Het kleine perceel kent namelijk veel minder variatie en loopt taps toe.

Maar dat is helaas niet zo gegaan want het lukte niet om het bestand met taakkaart op de monitor te krijgen. “Door de drukte van het moment hebben we besloten niet variabel te poten.” Daarbij speelde mee dat hij in het voorjaar in een strak beregeningsritme zat, en de aardappelen op die dagen in de grond moesten. Daarom heeft Van der Poel besloten de aardappelen toch maar traditioneel te planten.

Data-uitwisseling haperde?

Achteraf blijft het volgens de ondernemer en zijn adviseur wat gissen wat er nu precies fout ging. Aangezien een later toegestuurd bestand wel goed werkte, lijkt het een fout in de taakkaart. Toch zet Van Iperen, de maker van de kaarten, daar vraagtekens bij. Het feit dat er geen Isobus-machine gekoppeld was, zou volgens de ondernemer niet uit mogen maken. In het algemeen kan een klein foutje in de software of het samenspel bij data-uitwisseling (via Isobus) het verschil maken. Dat blijkt ook bij een ander incident rond het variabel compost strooien; het verwisselen van één van de schermen in de trekker loste het probleem op.

Peter van der Poel heeft in twee trekkers een vast en een mobiel scherm ten behoeve van precisietoepassingen. Afgelopen jaar ging het planten niet goed.

Vochtbepaling

Een onderwerp dat dit jaar meer aandacht kreeg, is vochtbepaling in de grond. Vorig jaar heeft Van der Poel er al een beetje kennis mee kunnen maken, maar het kwam toen niet goed van de grond. Dat komt omdat de twee bodemsensoren pas later in het seizoen waren afgeleverd. Daar komt bij dat het bijbehorende advies over het gebruik van de gemeten vochtspanning vrij mager was en hij twijfelt over de beste diepte om het vocht in de bodem te meten. Daarom kwam er dit jaar een vervolg.

De ondernemer had de keuze tussen de dure systemen op basis van zuigspanning of een eenvoudiger systeem dat het vochtpercentage meet. Hij heeft dit seizoen zes van deze laatste methode in de verschillende percelen geplaatst. Daarbij heeft hij onder andere gevarieerd in diepte tussen twee sensoren vlak bij elkaar. Eentje zit op een diepte van circa 30 centimeter, de andere rond de 60 centimeter. “We hebben nu wat meer gevoel bij de waardes die de sensoren aangeven.”

Daarnaast heeft hij een Sencrop-weerstation aangeschaft, die op het bedrijf op afstand is geplaatst. Daarmee heeft hij in combinatie met de sensoren meer gedetailleerde informatie beschikbaar.

Op de tweede locatie heeft Van der Poel een Sencrop-weerstation aangeschaft. Dat moet meer gedetailleerde informatie opleveren.

Het NPPL-seizoen kende overigens nog wel een bijzonderheid. Afgelopen zomer heeft Van der Poel zijn ervaringen met precisietechniek met de koning mogen delen. De NPPL-deelnemer vond het een hele eer om de Koning over zijn bedrijf te mogen leiden.

Het was een hele eer om de Koning over het bedrijf te mogen leiden.

Nieuw seizoen

Voor het nieuwe seizoen wil Van der Poel een nieuwe poging doen om variabel te planten, weer handgestuurd weliswaar. Daaraan voorafgaand zal hij dit voorjaar een kiemproef doen bij Van Iperen. Per sortering levert dat inzicht in het gemiddeld aantal stengels per knol en het gemiddelde gewicht. Ook volgt dan een advies over kilo’s pootgoed en plantafstand, gebaseerd op het gewenste stengelaantal per hectare. Samen met de NPPL-adviseur wil hij met een proefrooiing komend najaar bekijken hoe één en ander heeft uitgepakt voor de sortering en de opbrengst. Daarbij wordt een vergelijking gemaakt met een traditioneel gepoot perceel. Dat moet meer inzicht geven in de totale kosten en baten van de toepassing, want daar ontbreekt het nog wel aan.

Verder gaat de akkerbouwer verder met de vochtsensoren, maar de toepassing zal sterk afhangen van de omstandigheden in het seizoen. Daarbij wil hij, net als in 2020, kijken naar de verschillen tussen metingen in onder andere diepte. Het idee is om ook met percelen en gewassen te variëren. Op basis daarvan moet is meer nauwkeurig de urgentie tussen percelen rondom beregenen en de hoeveelheid water te bepalen. Het is een kwestie van al doende leren, aldus Van der Poel.

Variabele toepassingen als bodemherbicide spuiten in de uien en uitrijden van compost deed hij al, ook al voor NPPL. Daar gaat hij komend seizoen zeker mee door. Wat betreft de herbicide varieert hij de hoeveelheid tussen de 70% op lichte grond en 100% op zware grond. Een verfijning zou zijn om per dop te kunnen variëren, maar de huidige spuit laat dat nog niet toe. Hij sluit niet uit dat een volgende spuit dat wel kan, maar benadrukt dat toepassingen zich wel terug moeten kunnen verdienen. “Met de machines die ik nu heb staan, haal ik het maximale eruit.”

Samenwerking via Isobus gaat in de praktijk niet altijd goed

Het is jammer dat variabel planten bij Peter afgelopen jaar niet is gelukt, aldus Thierry Stokkermans, begeleider namens Wageningen University & Research. Hij ziet vaker problemen rondom Isobus.
Stokkermans is blij dat Van der Poel positief blijft over de aanpak en het volgend jaar opnieuw gaat proberen. Maar er speelt nog wel iets meer “Het duveltje zit nogal eens in de details.” Hij doelt specifiek op het samenspel tussen software en hardware en fouten die daarin kunnen sluipen. Want ondanks dat veel leveranciers via Isobus samenwerken, gaat het in de praktijk lang niet altijd goed.
Peter is volgens Stokkermans niet de enige die problemen ondervond met de betrouwbaarheid en compatibiliteit van Isobus. “We horen soortgelijke verhalen van meer ondernemers. Bovendien doen zich meestal problemen voor wanneer druk veldwerk aan de gang is, wat ten koste gaat van de efficiëntie van het bedrijf. Een plantseizoen duurt vaak maar een dozijn aantal dagen en stilstaan bij de pootmachine kost veel geld.” Stokkermans benadrukt dat Isobus-technologie op de markt wordt gebracht als “plug-and-play” maar dat het dat in de praktijk lang niet altijd is.
Hij roept partijen op om daar voldoende aandacht voor te blijven houden, omdat het bepalend is voor succesvolle precisietoepassingen. Zijn eigen (Wageningen University & Research) of een ander instituut kan wat hem betreft een actieve rol vervullen in het uitwisselen van informatie en helpen aan oplossen van problemen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.