Sortering meer uniform met variabel aardappelen poten

Peter van der Poel is op zijn bedrijf met meerdere technieken aan de slag gegaan. Variabel aardappelen poten leverde het meeste resultaat op.

Precisielandbouw was voor akkerbouwer en loonwerker Peter van der Poel niet helemaal onbekend terrein toen hij vorig jaar besloot met de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL) mee te doen. Zo gebruikte de ondernemer al taakkaarten bij het strooien van compost en bij het bekijken van de mogelijkheden van de veldspuit.
Met de NPPL krijgt het gebruik van de technieken echter een flinke boost. Voor het project zou Van der Poel zich richten op twee onderwerpen: efficiënter beregenen en rijpadenplanning. Daarnaast zou hij de mogelijkheden bekijken om op basis van een taakkaart op variabele afstand aardappelen te poten. Dat laatste onderwerp is het beste van de grond gekomen.

Eén van de items bij Peter van der Poel was variabel aardappelen poten. In het najaar zijn de resultaten ervan met een rooiproef bekeken.

Beregeningsadvies

Het beregeningsadvies op maat is niet gegaan zoals hij had verwacht. Het idee was om de beschikbaarheid van bodemvocht voor de gewassen beter in beeld te brengen en daar de beregening op aan te passen. Daarvoor zijn in het voorjaar twee bodemsensoren afgeleverd, zoals bij alle NPPL-deelnemers. “Ze waren echter pas in de tweede helft van het seizoen op het bedrijf dus te laat om ze goed te gebruiken.” Daar komt bij dat het bijbehorende advies over het gebruik van de gemeten vochtspanning vrij mager was. Bovendien twijfelt hij over de beste diepte om het vocht te meten.
Toch is Van der Poel niet negatief. Hij ziet het als een eerste kennismaking met de techniek. Komend seizoen wil hij er zeker meer mee gaan doen, zeker bij de vroege aardappelen en plantuien, inclusief het bijbehorende advies. Thierry Stokkermans, zijn nieuwe begeleidende expert vanuit Wageningen, geeft alvast aan er ook meer mee te willen doen.

Rijpadenplanning

Het tweede onderwerp is rijpadenplanning. Van der Poel heeft afgelopen jaren daar al vaker naar gekeken en greep deelname aan NPPL aan om ermee aan de slag te gaan. “Het is een investering in het perceel waar ik lang voordeel van kan hebben.” Bij rijpadenplanning wordt met een optimalisatieprogramma een ideale indeling van de rijpaden gemaakt. Het systeem geeft daardoor een optimale basis voor het variabel doseren van bestrijdingsmiddelen of meststoffen. Voor de bodem is het goed omdat er minder belasting plaatsvindt.
Het betreffende perceel op afstand heeft dertien hoeken en is dus ideaal om de rijpaden te optimaliseren. Het is dit jaar echter niet gelukt. Dat heeft vooral te maken met het programma om de rijpaden in te tekenen, Gaos genaamd, dat door Wageningen UR zelf is ontwikkeld. “Rechte lijnen maken ging goed. Maar kromme lijnen kwamen in de sloot te liggen en de kopakker lag op de weg.”

Ook bomen werden door het programma niet herkend, waardoor de rijpaden voor de veldspuit niet bruikbaar zijn. Volgens experts Dirk de Hoog en Stokkermans wordt gewerkt aan een nieuwe applicatie op Akkerweb die wel voldoet. Overigens noemt Van der Poel het inmeten van het perceel met een quad niet helemaal voor niks, want hij wil meer met gps gaan doen komend jaar.

Variabel poten

Het derde onderwerp was aan het begin van het project minder concreet maar heeft het meest opgeleverd: variabel aardappelen poten. De grond bij de locatie van zijn ouders heeft een paar lichte koppen waar ze in de groei van de aardappelen verschillen zien met de buitenkant waar de grond zwaarder is. Ook zijn er plekken met schaduw van bomen. Het idee is om met variabel poten een meer uniforme sortering en per saldo hogere opbrengst te krijgen. Van het perceel van 7 hectare is op 5 hectare variabel gepoot.
In het vroege voorjaar is bij groeispecialist Van Iperen met een kiemproef het aantal stengels op de aardappelen bepaald. In een rapport staat per sortering het gemiddeld aantal stengels per knol en het gemiddelde gewicht. Ook kreeg hij advies over kilo’s pootgoed en plantafstand, gebaseerd op het gewenste stengelaantal per hectare. Op lichte grond (lage potentie) leidde dat tot een pootafstand van 39 centimeter. Op de zwaardere grond hanteerde de ondernemer een pootafstand van 31 centimeter.
Het maken van bodemscans vond de ondernemer te duur en niet nodig aangezien Van Iperen een eigen kaart (potentiekaart) kan maken op basis van openbare data zoals historische kaarten. Die zijn gebruikt voor het maken van de benodigde taakkaarten. Dat ging volgens Van der Poel goed.

Afgelopen september is een rooiproef uitgevoerd. Daarvoor is op drie plaatsen bij zowel de lichte als zware grond drie meter aardappelen gerooid. De aardappelen zijn bij Van Iperen over de automatische proefsorteerder gegaan om ze digitaal te verwerken. Uit de resultaten blijkt het variabel poten op zowel de lichte als de zware grond een positief effect te hebben gehad op sortering en opbrengst.

De rooiproef van de aardappelen bevestigde wat Van der Poel al dacht: Met variabel poten wordt de sortering meer uniform.

Dronebeelden lastig

Van der Poel verwacht dat het variabel poten mogelijkheden biedt en wil ermee verder gaan. Het exacte voordeel is echter lastig te bepalen omdat niet bekend is hoe de sortering en opbrengst op dit perceel bij een traditionele plantmethode was geweest. Ook ontbreekt nog een totale kosten/batenanalyse. Een mogelijkheid is om een proef aan te leggen met beide plantmethoden; daar gaat hij samen met Stokkermans voor het nieuwe seizoen over nadenken.
Daarnaast wil Van der Poel in het komend seizoen kijken wat de mogelijkheden zijn van variabel kunstmest strooien, waarschijnlijk als overbemesting in de aardappelen. “We gebruiken dezelfde computer als voor de veldspuit dus dat is gemakkelijk.” Zijn nieuwe schijvenstrooier kan dit, maar daarvoor moeten nog wel taakkaarten worden gemaakt. Een mogelijkheid is met behulp van dronebeelden, maar dat is misschien lastig in verband met een laagvlieggebied van defensie. “Dus we kijken ook naar andere mogelijkheden om data te verkrijgen.”

Meer data verzamelen om variabel poten beter te onderbouwen

Expert Dirk de Hoog ziet dat Peter van der Poel de ontwikkelingen goed oppakt. Door persoonlijke omstandigheden lag de ondersteuning helaas op een wat lager pitje.

De Hoog, die namens Wageningen University & Research Van der Poel voorziet van de technische ondersteuning, vindt het jammer dat het programma voor de rijpadenplanning niet goed werkte. Hij ziet nog steeds goede mogelijkheden van deze toepassing en verwacht dat een verbeterde versie wel tot het gewenste resultaat kan leiden. Het perceel is er prima voor geschikt.
Verder noemt hij het een gemiste kans dat de bodemsensoren zo laat op het bedrijf zijn gebracht en daardoor nauwelijks gebruikt. Hij is het met Van der Poel eens dat er meer kennis nodig is om de data uit de sensoren praktisch toe te kunnen passen. Overigens draagt De Hoog het bedrijf in het nieuwe NPPL-seizoen over aan collega Thierry Stokkermans die dat onderwerp vast op de agenda heeft geplaatst.
De positieve ervaringen met de potentiekaarten van Van Iperen en variabel poten worden door De Hoog onderschreven. Ook Stokkermans is enthousiast en wil het komend seizoen op het bedrijf van Van der Poel meer data verzamelen om de keuze voor variabal poten beter te onderbouwen.
Verder wil Van der Poel meer doen met de veldspuit, maar nieuwe wetgeving vanaf 1 januari rondom driftreductie maakt dat hij nog niet weet of en waarin hij moet investeren. Beide experts vinden het jammer dat daardoor de ontwikkeling van precisietoepassingen zou stokken.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.