Toekomst bietenteelt: ‘We kunnen telers niet verplichten, wel nieuwe inzichten geven’

Hoe toekomstbestendig is de bietenteelt? Het moet op alle fronten beter en scherper, vertelt Arno Huijsmans, directeur Agrarische Zaken bij Cosun Beet Company. Niet alleen in de teelt. Ook in transport, verwerking, vermarketing en het ontwikkelen van alternatieve producten uit de suikerbiet. Cosun is één van de partijen die aanwezig is op het Future Farming & Food Event, 30 mei, Boerderij van de Toekomst Lelystad.

Voortgang geboekt

‘Wij zijn geen wetgever. Wij bepalen niet wat de teler mag of niet mag. Wat we wel kunnen, is telers ondersteunen op het pad naar een duurzamere teelt. We kunnen telers helpen, ze nieuwe inzichten geven, maar niet verplichten.’ Arno Huijsmans, directeur Agrarische Zaken bij Cosun Beet Company, reageert op de stelling dat door de bank genomen gewoon volvelds onkruid spuiten nog altijd gemakkelijker is voor telers dan de meer chemieloze aanpak. Vijf keer 36 meter breed spuiten volgens een lage doseringsssyteem (LDS) wint het qua tijd, kosten en bedrijfszekerheid van schoffelen en wieden. Ook al wordt bij de alternatieve aanpak wel voortgang geboekt door bijvoorbeeld camerabesturing en robotisering.

Opgave voor rendabele teelt

‘Kan zijn’, zegt Huijsmans, ‘maar we staan voor de opgave om in 2030 te telen met vijftig procent minder middelen (actieve stof, ten opzichte van 2015-2017, red.). In de bietenteelt is tachtig procent van de chemie-inzet voor onkruidbestrijding. Dus als er gereduceerd moet worden, dan is in de onkruidbestrijding de meeste winst te behalen. Sowieso is de uitdaging om met minder gewasbeschermingsmiddelen te telen, waarbij steeds minder middelen zijn toegelaten.’ Zoveel is wel duidelijk, meer dan de jaren die achter ons liggen vormen onkruid en plantgezondheid een uitdaging voor een rendabele teelt. Dat geldt voor bieten, maar net zo goed voor cichorei en aardappelen. Behalve dat er minder middelen met minder variatie in werkzame stoffen beschikbaar komen of blijven, maken driftreductieregels en resistenties in onkruid de chemische aanpak lastiger.

Toekomstbestendig

Het gesprek gaat over de toekomstbestendigheid van de suikerbietenteelt. Aanleiding is dat Cosun en onderzoeksinstituut IRS hun jaarlijkse praktijkdag dit jaar hebben geïntegreerd in het Future Farming & Food Experience event op 30 mei in Lelystad. Centraal daar staat wat telers kunnen doen om de suikerbietenteelt toekomstbestendig te houden: geïntegreerde aanpak van onkruid-, insecten- en schimmelbestrijding.

Hoe breed en nodig is die verduurzaming?
Huijsmans: ‘Met ons platform Groeikracht Cosun volgen we de doelstelling vanuit de Europese Farm-to-Fork strategie om in 2030 de helft van de actieve stoffen in gewasbeschermingsmiddelen te reduceren ten opzichte van 2015-2017. Waar we aan werken, is om ondanks die beperking de rendabiliteit van de teelt te verbeteren. In de teelt ligt de focus vanwege het grote aandeel van onkruidbestrijding in het middelengebruik. Onder de vlag van Groeikracht Cosun is vorig jaar in Volkel (N-.Br) de eerste zogenoemde Inspiratieboerderij in het leven geroepen. Een innovatief gangbaar bedrijf waar collega’s kunnen komen kijken, ervaringen kunnen delen over nieuwe, duurzame teelttechnieken. Om oplossingen in de praktijk te demonstreren. We kijken daar naar wat mogelijk is en wat niet; naar combinaties van chemisch en mechanisch, naar eggen, schoffelen, Farmdroid, de Ecorobotix, AI etc. Dat gaan we uitbreiden. Op 8 mei gaat in Dinteloord een tweede Inspiratieboerderij van start, komende zomer één in Lelystad en dan nog één in het noorden. Met waar de laatste komt, zijn we nog bezig. Groepen telers, mensen van de overheid, leveranciers zijn daar welkom om te bekijken en te bespreken wat er gebeurt. Daar gaan ze wat van oppikken en met ideeën naar huis gaan om te bedenken wat op hun eigen bedrijf toegepast kan worden. Maar teelt is uiteindelijk maar een deel van de oplossing. Voor verduurzaming en tegelijk zoveel mogelijk bietensaldo kijken we breder.’

Waarnaar zoal?
Huijsmans: ‘Minder grond naar de fabriek brengen, waar het kan meer transport per schip, meer efficiëntie in de fabriek, alternatieve afzet van producten uit de biet. Mooi voorbeeld van het laatste is Fidesse. Dat is van bietenpulp en kan een ingrediënt zijn voor bijvoorbeeld vegetarische hamburgers. Pulp gaat vooral weg als diervoer, maar we kijken ook naar andere toepassingen om het tot meerwaarde te brengen en om kringlopen te sluiten. Kan ook cellulose in papier vervangen. Verder, minder tarra is minder transportkosten en minder kosten van grondafzet vanaf de fabriek. Onze opslagen zijn of raken vol. Vorig jaar hebben we een pilot met een stationaire reiniger gedaan. Op zich de moeite waard. Bij reductie van tarra scheelt één ton grond per auto totaal circa 200.000 ton grond per campagne die niet vervoerd en niet afgezet hoeft te worden. Maar logistiek heeft wel praktische aandachtspunten. Je hebt extra ruimte nodig bij het laden. Naast de kraan- of shovelmachinist eigenlijk een man erbij. Bij zetmeelaardappelen gaat het om twee auto’s per uur. Wij laden zes tot zeven auto’s per uur. We gaan nu kijken hoe de calculatie van een extra reiniging uitvalt. Andere reinigingsmethoden hebben we op dit moment niet, maar gaan we wel verder onderzoeken. Je wilt ook rooibare dagen zo goed mogelijk blijven benutten.

Terug naar de Inspiratieboerderijen, naar het ondersteunen van telers door demo’s te geven, kennis uit te wisselen, bewust maken van de noodzaak van minder chemie en meer mechanisch. Is het niet een knelpunt dat volvelds chemisch uit oogpunt van saldomaximalisatie nog altijd onverslaanbaar is?
Huijsmans: ‘Als er minder middelen beschikbaar blijven en weinig variatie is in werkzame stoffen, hebben de telers weinig andere keus dan het anders te gaan doen. Maar zeker, als de samenleving duurzamere teelten wil, dan moet daar voor betaald worden. Het is belangrijk dat duurzaamheid vanuit de markt betaald wordt. In ons geval komt dat terug in de bietenprijs. Als akkerbouwers straks bijvoorbeeld voldoen aan KPI’s van de Biodiversiteitsmonitor, kan gekeken worden hoe daar geld van te maken is. Het is een akkerbouwbreed vraagstuk. Daar participeren wij ook in. Onze commerciële mensen die de suiker verkopen, kijken er ook naar. Onze klanten moeten ook voldoen aan duurzaamheidseisen. Afrekenen met klanten van suiker. Dat zou het mooist zijn.’

De BiodiversiteitsMonitor Akkerbouw is een breed gedragen en wetenschappelijke onderbouwd instrument waarmee prestaties van telers individueel meetbaar gemaakt én beloond kunnen worden. KPI staat voor Kritische Prestatie Indicator, ook wel Key Performance Indicator.

Ooit gold voor 2015 het streven van gemiddeld 15 ton suiker per hectare. Die 15 ton is niet gehaald. Wanneer wel?
Huijsmans: ‘In 2025 gaan we die 15 ton suiker ook niet halen. Misschien als de ziekte- en plaagdruk zouden halveren, zouden we in 2025 iets over de 15 ton kunnen uitkomen. Echter, ook hier lopen we aan tegen de mindere beschikbaarheid van middelen. Onze gereedschapskist moet natuurlijk wel goed genoeg gevuld blijven. We kunnen trouwens wel het een en ander. Na het wegvallen van de neonicotinoïden in 2019 hebben telers door monitoring en waarschuwings- en adviessystemen in grote lijnen weinig schade ondervonden van het vergelingsvirus. We hebben maatregelen kunnen treffen om qua opbrengst op niveau te blijven. Maar wat we willen is omhóóg. Dit jaar, 2024, gaan we onze opbrengstambitie herijken. Kijken naar waar we in 2030 qua suikeropbrengst kunnen staan en hoe we daar naar toe werken. Ik kan echt nog niet zeggen welk getal we daar aan gaan hangen. Dat komt in de loop van dit jaar. Het is complexe materie. We hebben ook te maken met maaatschappelijke opgaven. Het zevend en straks achtste Actieprogramma nitraatrichtlijn bijvoorbeeld is van invloed. Bij veredeling zien we dat meer resistenties inbouwen strijdig is met groei van de suikeropbrengst. Daarnaast verandert het klimaat en krijgen we te maken met meer extremen.’

En dan is er ook nog de korting op de hoeveelheid te gebruiken stikstof  van het groeiseizoen op bepaalde gronden om stikstofuitspoeling te verminderen.
Huijsmans: ‘We willen van de generieke maatregelen af. Suikerbiet is geen stikstofuitspoelend gewas. Om dat aan te tonen hebben we met Groeikracht Cosun een stikstofproject opgestart. Dit jaar in februari en maart, voorafgaand aan de voorjaarsbemesting zijn duizend percelen aangemeld om te steken in de laag 0 tot 30 cm en 30 tot 60 cm. Na de teelt gaat we dat weer doen en dan ook in de laag 60 tot 90 cm. De uitslag zal aangeven wat het risico op uitspoeling van stikstof naar het grondwater is. Verbetering moet komen uit gebiedsspecifieke maatregelen.’

Voor de akkerbouwer maakt het uiteindelijk niet uit hoe die aan een goed saldo komt, door lage kosten of door een hoge financiële opbrengst. Wat biedt Cosun op dit vlak?
Huijsmans: ‘Afgelopen oogst hebben we de prijs vastgesteld op €78 per ton, bijna €10 euro meer dan een jaar eerder en bijna twee keer zoveel dan de jaren daarvoor. Dat zegt iets over de strategie van Cosun. Ook als de suikerprijs laag is willen we minimaal €50 per ton bieten kunnen betalen. We moeten dat dan wel verdienen. Het moet overal scherper en beter, in de teelt, het transport, de verwerking, vermarketing, ontwikkelen van alternatieve producten uit de suikerbiet.’

FF & FE

Op 30 mei 2024, in Lelystad, vindt de 3e editie van de ‘Future Farming & Food Experience’ plaats, georganiseerd door NPPL, Boerderij van de Toekomst, ACRRES, Groeikracht Cosun en IRS. En mede mogelijk gemaakt door provincie Flevoland. Duik in de wereld van future farming en verken hoe jouw bedrijf eruit zal zien in 2030 met de nieuwste technologieën. Het doorlopende programma van 9.30 tot 16.30 uur staat bol van de inspiratie. Meld je hieronder onder aan en bereid je voor op de toekomst van farming!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.