Precisieboeren in zestien stappen

Tijdens de Precision Days presenteerde Jacob van den Borne hoe hij aardappelen teelt met maximaal gebruik van precisietechniek. Het evenement vond plaats op zandgrond in de Kempen, het Brabantse grensgebied van Nederland en België.

Van den Borne bewerkt bijna tweehonderd percelen van gemiddeld 3 hectare, meestal niet vierkant en vaak omgeven door bomen of bosranden. Aardappelen zijn het belangrijkste product. Er wordt grond geruild met veehouders. Suikerbieten worden dit jaar niet meer geteeld, graan is als rustgewas aan het bouwplan toegevoegd. “Het bietenquotum is verkocht. Aan suikerbieten konden wij niks verdienen”, vertelt Van den Borne tijdens zijn presentatie.

Zestien stappen

In zestien stappen, in vier seizoenen laat Van den Borne de precisieteelt van aardappelen de revue passeren. Wetgeving staat volgens de Brabantse akkerbouwer de landbouwkundig en wellicht ook voor het milieu beste methoden nog wel eens in de weg.

Field of the future

In de zoektocht naar een toekomstbestendige akkerbouw is op de boerderij van Van den Borne dit jaar het ‘Field of the Future’ gestart. Landbouw volgens de inzichten en methoden van nu, landbouw van de toekomst met inzet van data en precisietechniek en regeneratieve landbouw worden met elkaar vergeleken. Via de portal van de VDBorne Campus is dit onderzoeksproject online te volgen.

Jacob en zijn zoon Jasper openen de voorstelling door de door Jasper uitgesneden houten mascotte van Van den Borne Aardappelen per drone te laten bezorgen.
Een nieuwe teeltcyclus voor aardappelen begint met het scannen van de bodem. Sinds 2011 scant Van den Borne zijn percelen op bodemgeleidbaarheid met een Dualem 21S sensor. Die sleept hij achter een quad. Met 15 km/h wordt elke 5 meter gemeten tot 2,5-3 meter diepte. De waarden zijn representatief voor 5 meter breed. Capaciteit 3 ha/uur.
Een van de resultaten van de bodemscans en bemonstering is een meting van de pH. Dat levert een kaartje op voor het plaatsspecifiek bekalken van de percelen. Daarvoor wordt de loonwerker ingezet. Die heeft een tank die over de hele breedte de afgifte kan variëren en per sectie kan afsluiten. Van vaste kalk is Van den Borne overgestapt het vloeibare Calhix (calciumcarbonaat) omdat die sneller wordt opgenomen.
De geleidbaarheid van de bodem zegt iets over het vermogen van de bodem om voedingsstoffen op te nemen. “Zie het als het meten van de capaciteit van de accu” vertelt Van de Borne.” Ken je de capaciteit van de accu en ken je de lading, dan weet je hoeveel je nog kunt bijvullen”.
Bemesten gebeurt zoveel mogelijk met drijfmest. De Duitse loonwerker Dams voert dat in de tarwe uit met een 30 meter brede Bomech-bemester. Die breedte is nodig om de spuitpaden te volgen. De spuitboom vol met mest weegt 16 ton! Van den Borne ziet een toekomst voor Renure en werkt zelf experimenteel met N2 Applied, een techniek om het stikstofgehalte van de mest te verhogen met stikstof uit de lucht. Helaas laat wetgeving het niet toe alles te doen zoals Van den Borne meet, dat het zowel voor de boer als milieu het beste is.
Als voorbereiding op het aardappelen poten wordt er geploegd. “NKG op deze zandgrond is niet erg praktisch”, vertelt Van den Borne. “Dat geeft op deze grond te veel onkruid-druk.” Ook tijdens het ploegen worden gegevens verzameld: benodigde trekkracht en brandstof verbruik worden in kaartjes opgeslagen.
Aardappelen poten gebeurt met een all-in one Grimme 8-rijige pootmachine. De pootelementen zijn hydraulisch aangedreven en kunnen individueel verschillende plantafstanden afleggen. Via taakkaarten van het opbrengstpotentieel wordt de pootafstand bepaald.
De spuitmachine verzamelt gegevens over biomassa en bemestingstoestand van het gewas. Dat leidt weer tot gegevens als basis voor applicatiekaarten.
De spuitmachine is uitgerust met PWM-techniek van BBLeap. De doppen worden individueel geschakeld en kunnen onafhankelijk van elkaar met behoud van druppelgroottespectrum de dosering variëren. De spuitmachine heeft twee tanks. Er kunnen twee middelen onafhankelijk van elkaar worden gespoten. Bijvoorbeeld alleen phytophthora op de rij in een jong gewas en een onkruidmiddel tussen de rijen.
Op een representatieve plaats in het perceel wordt een bodemvochtsensor geplaatst. Die meet op vijf diepten het bodemvocht. Dit gebeurt samen met Iriwatch (satellietdata), dat de temperatuur van de verschillende velden weergeeft en input is voor het beregeningsadvies. De haspels zijn uitgerust met Raindancer FGPS-modules die automatisch de watergift registreren. De Fasterholt-haspels zijn voorzien van elektrisch sectorbesturing om ook bochten op de kopakker nauwkeurig van water te voorzien.
In het groeiseizoen worden de aardappelen iedere twee weken bemonsterd. De loofmassa, de wortelmassa, het aantal en de grofte en lengte van de knollen wordt gemeten. Ieder voertuig dat door de aardappelen rijdt, is voorzien van een Frits Meijer isara-sensor om het gewas te meten, evenals biomassa en voedingstoestand. Deze gegevens samen zijn weer de basis voor eventuele nieuwe bemestingskaartjes.
Kunstmest wordt zo weinig mogelijk gebruikt, maar is toch onmisbaar om tijdens het groeiseizoen te corrigeren. De strooier is voorzien van een gestuurde achteras om zo weinig mogelijk schade te rijden. En de strooier past zijn dosering aan aan de hand van het applicatiekaartje.
Van den Borne aardappelen is ook de thuisbasis van het Agri Drone Port, een luchthaven voor het vliegen met drones boven 25 kg eigen gewicht. De teler ziet veel mogelijkheden voor gewasbescherming met drones zoals deze DJI Flycart 30. Werkt met een 30 liter middelen tank en kan 40 ha per dag spuiten. Door wetgeving (vliegtuig spuiten) in Nederland nog niet toegestaan.

De oogst gebeurt met 4-rijige AVR Puma-rooiers. De rooier is voorzien van weegcellen op de leesband en registreert daarmee plaatsspecifiek de opbrengst. Via AVR Connect worden de gegevens draadloos verzameld.
Kilo ’s per hectare is één ding, maar ook de grofte en de lengte van de knollen zijn belangrijke gegevens. Op de rooier is een camerasysteem boven de leesband gebouwd dat de knollen meet op lengte en dikte.
De rooier is voorzien van een sensor die communiceert met de ernaast rijdende kipwagen. Daardoor is van iedere vracht bekend waar in het perceel de aardappelen vandaan komen, maar wordt in de bewaring ook vastgelegd waar deze aardappelen in bulk worden opgeslagen.
Na de oogst wordt compost of vaste mest gestrooid, ook weer aan de hand van taakkaarten. Ook weer afkomstig uit alle gegevens die door het jaar heen verzameld zijn.
Daarna wordt in één werkgang de grond gewoeld, gespit en ingezaaid met een 6 meter brede combinatie van Imants met opgebouwde Lemken-zaaimachine.
Op het terrein van de VCBorne Campus bevindt zich dit jaar ook het veld van de toekomst. Een van de experimenten die daar plaatsvindt, is de meting van de hoeveelheid stikstof die daadwerkelijk naar het grondwater uitspoelt bij de verschillende teeltsystemen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.