‘Onafhankelijk advies geeft beter gevoel’

2018 was voor NPPL-deelnemer Martin de Meijer het jaar om precisielandbouw in de steigers te zetten. Dit jaar bouwt hij verder, een POP3-subsidie helpt.

Al vroeg in het voorjaar was er volop activiteit bij de Meijer. “Eind februari hebben we nog veel geploegd. Door het mooie weer kwam toen veel werk tegelijk. Om de peenruggen te frezen hebben we toen zelfs een trekker bijgehuurd”, blikt de Meijer terug. De 21 hectare vrije peen waar de akkerbouwer op doelt zaaide hij al op 25 februari. De combinatie van vroeg zaaien, de zuidelijke ligging en de hoge grond moet resulteren in een gewas dat ook weer extreem de grond uit kan, als het even kan vóórdat het gros van de vroege peen op de markt komt.

Vlak voor opkomst spuit de Meijer in de loop van maart een lage dosering Centurion. In 45 minuten is de klus geklaard. Terwijl de trekker op RTK-gps zelf z’n weg vindt op de laatste meters, werkt de Meijer via z’n tablet direct de teeltregistratie bij in Agrovision. Zo kan hij direct naar de volgende klus. “De loonwerker is uien aan het zaaien en ik moet de kopakkers nog zaaiklaar leggen.”

Investeringsplan nu uitrollen

Vorig seizoen was voor de Meijer een opstartjaar binnen NPPL. “Dit jaar moeten we alles werkend zien te krijgen. Volgend jaar wordt het dan echt leuk.” Zo sprak de Meijer begin 2018 uit. Toch was het even spannend of het wel echt leuk zou worden dit jaar. Om een slag te maken in precisielandbouw was een investering in het machinepark onontkoombaar. Hiervoor vroeg de Meijer een POP3-subsidie aan. De beoordeling van deze provinciale aanvraag liet tot voor kort op zich wachten. Afhankelijk van toekenning dan wel afwijzing zou de Meijer z’n (investerings-)plannen voor 2019 moeten bijstellen. In maart kwam er echter alsnog groen licht. De Meijer kan z’n investeringsplan in precisielandbouw voor de komende 2 jaar nu gaan uitrollen.

Nieuwe pootmachine en kunstmeststrooier

Precies op tijd om dit jaar nog voor het seizoen te schakelen. In dezelfde maand werd de nieuwe pootmachine om variabel te kunnen poten aangeschaft en een kunstmeststrooier om plaatsspecifiek te kunnen gaan bemesten. De Meijer: “Vorig jaar heb ik met een demo-machine variabel gepoot. Dat werkte echt goed. Mede door het seizoen konden we echter geen verschillen in opbrengst zien. Niet in tonnen en niet in maatsortering. Nadeel van die machine was ook dat we niet per element konden variëren met de pootafstand.”

De loonwerker zaait uien bij De Meijer. Dit jaar is direct gestart met plaatsspecfieke gewasbescherming.
De loonwerker zaait uien bij De Meijer. Dit jaar is direct gestart met plaatsspecfieke gewasbescherming. – Foto: Matthijs Verhagen

De nu aangekochte pootmachine, een Grimme GL werkt met een hydraulische aandrijving per pootelement en biedt die mogelijkheid wél. Onderliggend doel is om langs het spuitpad 10% dichter te poten. Sinds de Meijer bezig is met dit onderwerp merkt hij dat het vooral neerkomt op zelf doen en uitproberen. “Je wilt wel variëren. Ik verwacht er ook wel veel van, maar veel kennis rondom variabel poten ontbreekt nog.” Om verschillen te kunnen meten overweegt de Meijer dit seizoen proeven aanleggen in de Agria’s om de uitwerking van de verschillende pootstrategieën zichtbaar te krijgen, ook in vergelijking met traditioneel poten op 26 cm afstand.

Dit seizoen naar onafhankelijk advies

Natuurlijk is en blijft het plaatsspecifiek en variabel uitvoeren van de gewasbescherming een speerpunt. Hiertoe kwam vorig jaar een prototype-spuitmachine van John Deere op het akkerbouwbedrijf te lopen. Ook dit seizoen blijft die machine. Het spuiten op basis van taakkaarten werkt in praktijk en in potentie is op dit vlak de grootste verbetering in milieu-impact te halen.

Logisch dus dat dit het speerpunt is binnen het akkerbouwbedrijf. De Meijer: “De machine heeft het, het werkt. Taakkaart inladen en rijden. Elke mogelijkheid die er is ga ik benutten. Herbiciden, fungiciden. Ik ga per teelt bekijken wat ik ga spuiten en of het zin heeft om dat variabel te gaan uitvoeren. Middel besparen, en geen schade aan het gewas. Per saldo meer opbrengst. Dat is het hoofddoel.”

Samenwerking met Delphy

De techniek mag dan hetzelfde blijven als vorig seizoen, toch gaat de aanpak rondom gewasbescherming flink op de schop. De Meijer gaat voor het advies samenwerken met een teeltbegeleider van Delphy. “Ik wil onafhankelijk zijn van de middelenleverancier. Vorig jaar werkte dat prima, maar je bent altijd min of meer verplicht om iets af te nemen. Dat wil ik niet meer. Dat is ook een beetje gevoel.” In de uien varieerde De Meijer met Stomp tussen een dosering van 0,5 tot 1,5 liter per hectare. Hoe dit uitpakt zal de loop van het seizoen moeten uitwijzen.

Historische data geven prachtige taakkaarten

“Het is een leuk traject. Je moet oppassen dat het niet veel te veel geld kost. Dat kan niet.” Vorig jaar maakte De Meijer behoorlijk wat kosten voor het areaal aardappelen en uien, bij andere teelten zou dat sowieso niet renderen. “240 hectare laten scannen is niet aan de orde. Intussen heb ik ook geleerd dat er heel veel historische data gewoon beschikbaar is. En dat je daar goede taakkaarten van kunt maken. Dan werk ik puur met organische stof en lutumgehalte. Als je dat over elkaar legt krijg je prachtige taakkaarten. Deze wijken niet veel af van de kaarten op basis van een bodemscan. Daarom ga ik dit seizoen geen extra percelen laten scannen.”

Wel investeerde De Meijer in grondonderzoek. “Vanuit WUR heb ik vorig jaar 20 hectare plantuien intensief laten bemonsteren, voor onderzoek op aardappelmoeheid en aaltjes. Dat was echt veel werk, en de uitslag is pas net bekend. Met WUR-specialist Thomas Hans Been ga ik hiervoor een plan van aanpak maken.”

Benieuwd naar de uitkomsten rondom het variabel poten, de spuitmachine of het bedrijf van De Meijer in algemene zin? Noteer dan alvast 20 augustus op de kalender. Die dag is er een open dag.

Expert Jean-Marie Michielsen: ‘Verder bouwen op resultaten van 2018 met de nieuwe machines’

“Martin heeft een Grimme variabele pootmachine gekocht, met CCI 100 terminal. Hiervoor heb ik met een Wageningse collega een taakkaart gemaakt voor de rassen Agria en Markies. Dit op basis van de data uit de bodemscan zoals Van den Borne die in 2018 op de percelen heeft gedaan. Martin geeft aan welke dichtheid / plantafstand gewenst is. De Agria’s worden gesneden. In het perceel aardappelen kan op basis van dezelfde scan een variabele bespuiting met bodemherbicide worden uitgevoerd. Afgesproken dat we die samen in Akkerweb zullen maken.”

“Martin heeft een Rabe-Werk strooier gekocht die over de werkbreedte van 45 meter in 12 (of 6) secties variabel kan strooien (16-0-32). Hier gaan we met name kijken naar de beoordeling van de uiteindelijk berekende hoeveelheid ten opzichte van de streefwaarde van de oogst. Martin zal hiervoor beelden door Dronewerkers laten maken. Vanuit NPPL is er eventueel ook een beregeningssensor beschikbaar.”

“Uit de resultaten van de bemonsteringen blijkt dat er geen aardappelcystenaaltjes in de grond zitten. Dat is gunstig. De vrijlevende / stengelaaltjes zijn in dit onderzoek niet geteld. Helaas. Afgesproken is daarom dat Martin extra let op valplekken in het perceel. Hier neemt Martin dan foto’s van en stuurt ze door naar de NPPL-aaltjesspecialist bij de WUR. Dan kan besloten worden om monsters (grond en/of ui) op te sturen die dan door specialisten beoordeeld kunnen worden.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.