Technieken voor precisielandbouw mogen niet te veel kosten
Pieter van Leeuwen Boomkamp heeft veel geleerd in dit eerste jaar van zijn deelname aan de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL). Precisietechnieken kunnen werken, maar daarmee ontstaat voor de boerenpraktijk nog niet meteen een sluitende businesscase.
Van Leeuwen Boomkamp in Nijkerk (Gelderland) was op 12 december 2017 de eerste aanmelder voor de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL). Hij was op zijn bedrijf al wat bezig met precisielandbouw, maar wil graag naar de situatie dat hij er zijn hele bedrijf mee stuurt. Precisielandbouw was en is nog geen integraal onderdeel van zijn bedrijf. “Wat ik graag wil is over een aantal jaren zoveel mogelijk teeltmaatregelen plaatsspecifiek uitvoeren op basis van hoe de bodem is. Dus van perceelsspecifiek naar plaatsspecifiek. Het idee is dat ik er de milieu-impact mee verlaag en bespaar op kosten. Ook verwacht ik een opbrengstverhoging bij een verlaging of in ieder geval bij gelijkblijvende middeleninput.”
Van Leeuwen Boomkamp is afgelopen seizoen met verschillende toepassingen aan de gang gegaan. Althans, hij wílde met verschillende aan de gang gaan, niet alles is gelukt. Om te beginnen had de akkerbouwer graag een suikerbietenperceel plaatsspecifiek bekalkt op basis van een Veris-bodemscan die hij al laten maken. Echter doordat NPPL-2018 wat laat van start ging, kwam het noodzakelijke tijdstip van bekalken eerder dan er een taakkaart gereed was.
Experimenteren met kalk onder bieten
Wat daarvoor in de plaats wel is gebeurd, is dat Van Leeuwen Boomkamp in de bieten heeft geëxperimenteerd met kalk en dierlijke mest. Op 2 hectare van het bietenland heeft hij volvelds bekalkt en de mest met behulp van strip till in rijtjes toegediend waar de bieten zouden komen. Op een volgende 2 hectare gebeurde precies andersom; volvelds mest en Betacal in rijtjes waar de bieten zouden komen. “Met gps gaat dat goed.”
Resultaat van deze verkennende praktijkproef kan echter nog niet gemeld worden. Eind november stonden de bieten nog. Door straks de bieten aan de fabriek intensiever te bemonsteren moet duidelijk worden op welke van de 2 stukken de bieten het best zijn gegroeid. “Suiker Unie heeft toegezegd dat dan niet om de auto wordt bemonsterd, maar per auto 2 of 3 monsters. Liever had ik nog nauwkeuriger monsters ingestuurd.”
“Ik verwacht het meest van waar de kalk onder de biet ligt. Ik heb de indruk dat die planten in het voorjaar beter herstelden van de bespuitingen. Daarna heb ik verder geen verschil gezien in de reactie op de droogte.” Van Leeuwen Boomkamps eerste bieten van de zandgrond rond Nijkerk brachten 64 ton per hectare op bij 18,2 % suiker.
Plaatsspecifieke dosering bodemherbicide in aardappelen
Waar Van Leeuwen Boomkamp qua variabele dosering wel mee aan de slag is gegaan, is plaatsspecifieke dosering van bodemherbicide in aardappelen. Waar het percentage organische stof lager is, wordt dan – om de aardappelen niet te schaden – minder gespoten dan op gedeeltes met wat meer organische stof.
Om dat te kunnen stond afgelopen seizoen een zelfrijdende Fendt-spuit op het bedrijf. Een demomachine van de Mechan Groep, die op spuitboombreedte op basis van een taakkaart de afgifte kan variëren. Door combinatie van variatie in dopafgifte en rijsnelheid, kan variatie tussen de hoogste en laagste dosering 25 à 30% zijn. Concreet werd in de hoge doseringsvlakken 1,5 liter Challenge plus 0,35 liter Sencor gespoten. In de lage doseringsvlakken 1,07 liter Challenge & 0,25 liter Sencor. “Om te beginnen heb ik gemiddeld 10% minder gespoten dan de standaard adviesdosering. Qua resultaat kan ik zeggen dat half juni de aardappelen overal schoon stonden, ook waar ik het minste heb gespoten. Dus eigenlijk zou je kunnen zeggen dat ik nog niet laag genoeg ben gaan zitten.”
NPPL-expert Jean-Marie Michielsen van Wageningen UR oordeelde eind juni na waarnemingen in het perceel dat bij Van Leeuwen Boomkamp het variabel doseren van bodemherbiciden ‘effectvol’ is geweest. Eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat op een gegeven moment als gevolg van de aanhoudende droogte de bodemherbiciden hun werk niet meer deden. “Het werd toen wel een heel kruidenrijk perceel aardappelen”, zegt Van Leeuwen Boomkamp.
Wat aanvankelijk wel een probleem was, was dat in Akkerweb geen rekenmodellen waren om op basis van alléén organische stof taakkaarten voor variabele toediening van bodemherbiciden te maken. Het zand op Van Leeuwen Boomkamps bedrijf bevat geen lutum. Maar ‘Wageningen’ heeft die tekortkoming aan Akkerweb direct opgelost. Het is een van de voordelen van deelname NPPL. Behalve dat Wageningen helpt concrete problemen en probleempjes op te lossen, stelt de akkerbouwer ook vast dat bedrijven net wat harder lopen.
Overigens vraagt hij zich wel af of Akkerweb, geesteskind van Wageningen UR, het meest geëigende precisieplatform voor zijn situatie is. “Ik ben daar niet helemaal zeker van. Mijn kaarten zitten in Akkerweb, misschien zijn er andere programma’s die geschikter zijn. Daar hebben we niet naar gekeken. Misschien is dat iets voor de komende jaren. Wageningen UR heeft wel de neiging om eerst vooral naar Akkerweb te kijken.”
Andere hobbel bij het variabel toedienen van de bodemherbiciden was dat het toen het er op aankwam maar niet wilde lukken om de taakkaart via een usb-stick in de spuit geladen te krijgen. Met hulp van mensen van Agrifim en de Mechan Groep is de oorzaak toen snel opgespoord en het probleem opgelost. “Oorzaak was een foute adresregel in de taakkaart. Sta je daar alleen voor, dan heb je het niet zomaar opgelost.”
Variabel loofdoden met Reglone
Een derde precisietoepassing afgelopen jaar was de variabele dosering van het loofdoodmiddel Reglone. De variatie werd gebaseerd op een biomassakaart die werd gemaakt door Dronewerkers. Kosten normaal iets van € 25 per hectare. Met hulp van Wageningen-expert Michielsen is in Akkerweb daarvan een taakkaart afgeleid.
Normaal gesproken zou Van Leeuwen Boomkamp 3 liter Reglone per hectare spuiten. De gemiddelde dosering in de taakkaart bedroeg 2,2 liter per hectare, wat neerkomt op een besparing van 0,8 liter per hectare ofwel € 11 per hectare.
“Ik heb gespoten met 275, 250 en 225 liter water. Er waren nogal verschillen in vegetatie. Evenzogoed was alles in één keer dood. Ik heb geen tweede keer hoeven rijden. Dat is een goed resultaat. Je kunt ook zeggen dat de dosering misschien nog iets lager had gekund. Maar toch, op een ander perceel heb ik 2,5 liter gespoten, en daar is toch wel wat groen gebleven.”
“Wat ik nu bespaard heb is € 11 per hectare, door met een drone een biomassakaart à € 25 per hectare laten maken. Daar gaat je winst. Het geeft maar weer eens aan hoe belangrijk gratis satellietbeelden bijvoorbeeld zijn. Je kunt ook zeggen dat het door dit soort ervaringen nu ook in Den Haag duidelijk kan worden dat je als boer met precisielandbouw niet zomaar een sluitende businesscase hebt. ”
Voor volgend jaar – Reglone is dan niet meer toegelaten- vraagt Van Leeuwen Boomkamp zich af of er dan al rekenregels zijn voor de variabele, plaatspecifieke dosering van alternatieve middelen als Spotlight en Quickdown.
Teler wil in 2019 meer zelf bepalen
Sprekend over 2019, het tweede NPPL-jaar – komt aan de orde dat de de akkerbouwer graag wat meer ‘zelf’ wil gaan doen. “Misschien op een ander platform dan Akkerweb. Ook Agrifirm maakt nogal gebruik van Akkerweb. Ik heb het idee dat ik via dit platform voor bijvoorbeeld mestadvies nogal aan hen gebonden ben. Advies vind ik prima, maar ik koop mijn mest graag waar ik zelf wil.”
Van Leeuwen Boomkamp denkt ook na over welke bodemscan hij volgend jaar wil toepassen. “Of misschien niet een echte scan. Vooral de pH is hier op mijn bedrijf belangrijk. Het HLB bepaalt die door prikken in 5 zones. Lijkt interessant. Van de Verisscan ben ik voor mijn grond niet zo onder de indruk, het is vrij duur voor wat je krijgt. Geleidbaarheid en organische stofgehalte zijn belangrijk, maar pH moet je hier echt meten.”
De akkerbouwer is technisch aangelegd en denkt er aan om op één van de tanden van de cultivator een pH-meter te monteren. Via koppeling met de gps kan hij dan zelf pH-kaarten maken en daarop zijn bemesting baseren. Probleem alleen is dat een geschikte pH-meter hier niet zomaar te koop is. Van Leeuwen Boomkamp: “Ik heb al op de site van Ali Baba zitten kijken, maar nog niks gevonden. Op de Aardappeldemodag heb ik onder de Verisscan gelegen om te kijken of op de pH-meter geen merk stond, zodat ik gerichter kan gaan zoeken. Helaas niks gevonden. Ik heb al wel dit jaar eens met een hand pH-meter van Eijkelkamp door de bieten gelopen. In de bekalkte strip was de pH hoger dan 6, elders in het perceel soms minder dan 4, gemiddeld volgens de bemonstering was het 5,1.”
Akkerbouwer zoekt vernieuwende ideeën
Terugkijkend op zijn eerste jaar van deelname aan NPPL stelt Van Leeuwen Boomkamp vast dat hij wat stappen vooruit heeft kunnen zetten en meer inzicht heeft gekregen in de precisielandbouw. Het is nog geen uitgekristalliseerd systeem, dat zijn bedrijfsvoering op de kop heeft gezet. “Ik was al begonnen met precisielandbouw, had een beetje gehoopt op meer echte vernieuwende ideeën. Misschien had ik er ook meer naar moeten vragen, maar door het uitdagende seizoen kwam het er niet van.”
De expert: samen optrekken van teler, leverancier en experts
De expert die Pieter van Leeuwen Boomkamp begeleidde in het afgelopen seizoen was Jean-Marie Michielsen van Wageningen UR. Van Leeuwen Boomkamp bracht de precisielandbouwtoepassingen variabel bodemherbicide en variabel loofdoden in praktijk. Voor deze toepassingen heeft hij de beschikking over een Fendt zelfrijdende spuit, op proef en als demo vanuit de Mechan Groep.
Michielsen: “Ik denk dat deze combinatie voor zowel de Mechan groep als NPPL/teler Pieter een zeer gelukkig huwelijk heeft opgeleverd. Door beider inbreng is het uitvoeren van een bespuiting op basis van een taakkaart gerealiseerd. Het heeft wat hoofdbrekens gekost om dit te doen, maar er is veel geleerd. Voor mij is dit hét voorbeeld waar de NPPL de praktische uitvoering van precisielandbouw vooruit heeft geholpen, door een samen optrekken van teler, leverancier en diverse experts.”
Volgens Michielsen heeft teler Van Leeuwen Boomkamp duidelijk nog meer wensen. “Hij past zelf voortdurend zijn machines aan aan zijn eigen wensen. Eén van zijn belangrijkste vragen, waar we afgelopen jaar niet aan toe kwamen, was het variabel bekalken, met name voor de bietenteelt. Hopelijk kunnen we dit komend jaar uitvoeren.”
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.