‘Op welk niveau werkt u aan precisielandbouw?’

Precisielandbouw begint met het verzamelen van (basis)data, beslissen, uitvoeren en vooral evalueren.

In de afgelopen jaren heb ik naast onderzoek naar precisielandbouw regelmatig workshops en cursusdagen over dit onderwerp gegeven aan studenten akkerbouw van mbo en hbo. Ik probeer dan het hele palet van precisielandbouw de revue te laten passeren en de boeren van de toekomst ervoor te interesseren. Ik hoor dan geluiden die variëren van ‘precisielandbouw is toch te duur, dat kan echt niet uit’ tot ‘dat hebben wij al lang op te trekker zitten’. Ik haak daar graag op in en vraag door: wat maakt precisielandbouw dan duur? En als je gps op de trekker hebt zitten, wat doe je er dan mee?

De 3 niveau’s van precisielandbouw

‘Precisielandbouw is een vorm van landbouw, waarbij planten en dieren heel nauwkeurig die behandeling krijgen die ze nodig hebben. Optimaal naar ruimte en tijd, binnen economische en maatschappelijke randvoorwaarden.’ Dit zijn vage begrippen, die gelukkig ruimte overlaten om vrij te interpreteren. Ik hanteer 3 niveau’s voor precisielandbouw:

  • perceelsniveau: zoek naar verschillen tussen percelen
  • zone-niveau; kijk naar verschillen binnen het perceel
  • plantniveau; bestudeer de verschillen tussen individuele (groepen) planten

Registreer opbrengsten op perceelsniveau

Als u met precisielandbouw begint, kunt u al prima stappen maken met het eerste niveau. Dit begint met het goed registreren van opbrengsten van je perceel. Je maakt immers al een teeltplan voor het perceel, zoals een bemestingsplan en gewasbeschermingsplan, of volgt hierbij een standaardadvies op. Dit komt uiteraard netjes in de teeltregistratie terecht.

Let wel, je maakt het pas compleet als je daaraan waarnemingen van jezelf of je werknemer toevoegt, evenals de opbrengstcijfers. Dit laatste kan door opbrengstmeters te installeren op de machines (ga uit van €7.500/machine), of door gebruik te maken van een weeginrichting op kipwagens.

Dus reken in de winter per perceel eens door wat je financiële saldo is, bekijk je opbrengsten en bereken je inputs per ton product en wat je aan nutriënten afvoert van een perceel. Welke percelen brengen meer of minder op? Wat heb je daar afgelopen jaar gezien? Lagere opbrengsten door meer onkruid? Droogte? Ziektes en Plagen? Structuur? Kan ik op de betere percelen mogelijk minder bemesten en minder gewasbescherming toepassen? Of vice versa.

Probeer en experimenteer met de mogelijkheden die je binnen de wettelijke kaders hebt en evalueer jaarlijks. Gebruik ook de handige (gratis) tools om vanuit satellietbeelden je percelen te volgen. Dit jaar zijn structuur-/droogteplekken goed te zien vanuit de lucht. Je tekent een gebied in en in de tijdlijn komen beschikbare beelden te staan. Dit is een gratis manier van gewasmonitoring. Dit geeft tevens al een eerste inzicht of er variatie binnen het perceel is. Wil je binnen percelen ook al precisielandbouw toepassen, richt je dan eerst op percelen waarin je veel variatie ziet.

Speel in op zoneverschil voor optimale opbrengst

De meeste voorlopers zitten nu op het tweede niveau: welke zone-verschillen zie ik binnen het perceel qua bodem, gewas en opbrengst? Hoe kan ik daarop inspelen om de opbrengst te optimaliseren?

Een handvol boerenbedrijven probeert het hele pakket aan mogelijke data te verzamelen. Nanne Sterenborg is hiervan een voorbeeld. De akkerbouwer verzamelt bodemscans, opbrengstmetingen in aardappelen, granen, bieten en uien. Zijn zoon Gert maakt zelf gewasopnames met een vliegtuig en verzamelt NIR-metingen op de mesttank. Gert is technisch goed onderbouwd en verwerkt de data zelf.

Net als Gert gebruik ik voor het verwerken van de dronebeelden en het handmatig toepassen van rekenregels Qgis (=gratis) en voor teeltregistratie CropR (Pro-versie €300/jaar). Voor praktijkklare PL-toepassingen werk ik met Akkerweb (account is gratis, kosten van commerciële applicaties variëren van enkele euro’s per hectare tot een paar honderd euro per jaar) of met een adviseur. De taakkaarten worden geleverd in Shape of IsoXML. Het lukt me niet altijd om deze direct in te lezen in de terminal op de machine.

Dus voor het omzetten naar machinespecifieke taakkaarten gebruik ik Farmworks (Farmers Basic, circa €1.500 voor 2 pc’s+€350/jaar). Omgaan met de verschillende softwarepakketten heb ik geleerd bij geo-informatiekunde tijdens mijn studie in Wageningen. Ook mbo- en hbo-studenten doen ervaring op met de verschillende softwarepakketten.

Kortom: het kost behoorlijk wat tijd om je wegwijs te maken in deze software. Het is dus een keuze of je zelf deze tijd wil investeren, kennis van je percelen wil opdoen en aan de knoppen wil draaien, of dat je een adviseur inhuurt die dat voor je doet. Let wel: iedereen claimt het gouden ei gevonden te hebben om alle beschikbare data en kaartlagen te kunnen verwerken tot een kant-en-klaar advies om je opbrengst te verhogen.

Maar vanachter je laptop of pc kun je alles nog zo mooi bedenken, de praktijk is weerbarstiger en complexer. Je komt er alleen door ook echt het veld in te gaan, te proeven, ruiken en zien hoe het gewas (boven en onder de grond) en de bodem er op bepaalde plekken uitzien. En vooral: gebruik je nuchtere boerenverstand.

Gaat u telen op plantniveau?

Het laatste en meest hightech niveau (op plantniveau telen) is voorlopig nog ver weg, alhoewel er wel technologieën voor worden ontwikkeld. Denk daarbij aan EcoRobotics, BlueRiverTechnology en Farmbot. Commercieel zijn deze technieken voor de akkerbouw nog niet praktijkrijp.

Maar de EcoRobotics rijdt al op proefbedrijven van Wageningen UR in Lelystad en Valthermond voor demonstratiedoeleinden én om data te verzamelen. Dit laatste om de onkruidherkenningsalgoritmes (mooi Scrabble-woord) te verbeteren. Ik voorzie dat deze technologie binnen 5 jaar wel praktijkrijp is. Ik ben benieuwd hoe u over deze technieken denkt. Reageer daarom vooral op deze blog via Facebook.

Conclusie: precisielandbouw begint met het verzamelen van (basis)data, beslissen, uitvoeren en vooral evalueren. Begin simpel en gebruik uw boerenverstand. Het kost vooral tijd, waarbij investeringen laag kunnen blijven. Maar bovenal: durf nieuwsgierig te zijn.

Reacties gesloten. Geen verdere reacties gevonden.