Zoveel mogelijk knollen in gewenste maten produceren

Angelique, Martijn en Anselm Claassen

Maatschap Claassen wil met precisielandbouw het rendement van de pootgoedteelt verhogen. Dus veel knollen per hectare door een variabele pootdichtheid.

Medio december 2018 rijden vrachtwagens met pootgoed af en aan op het akkerbouwbedrijf van maatschap Claassen. Claassen is 1 van de 10 nieuwe deelnemers die vanaf 2019 meedoen aan NPPL. In bijna 60 jaar tijd heeft het Groninger bedrijf zich sterk gespecialiseerd in pootgoedteelt. De lichte tot zware zavelgrond leent zich er goed voor. “Ongeveer 30% van ons areaal is meer dan 30% afslibbaar.”

Grondruil met melkveehouder

De ouders van Anselm kwamen in 1960 vanuit Brabant naar Harkstede. “Zij combineerden akkerbouw met melkvee. Vanaf 1964 hielden ze op met melken en zijn ze zich meer gaan richten op pootgoedteelt. In 1970 zijn mijn ouders verhuisd naar de huidige locatie in Vierhuizen”, vertelt Anselm Claassen. Zijn vader teelde steeds meer pootgoed. “Pootgoedteelt kwam op in Groningen onder andere door de komst van het sorteercentrum van het Pootgoed en Zaaizaad-Verkoopbureau (PZVB) in Baflo. In de jaren 70 ging dat over naar Agrico”, vertelt Claassen. In 1985 ging Anselm in maatschap met zijn vader en broer. “Mijn broer is in 2004 vertrokken naar Canada en heeft daar een akkerbouwbedrijf.”

Anno 2019 bestaat de maatschap uit Anselm en zijn vrouw en zoon. “Via grondruil met een melkveehouder verruimen we ons bouwplan en kunnen we 90 hectare pootgoed telen. De veehouder kan extra gras telen en heeft meer ruimte voor mestafzet.”

Ervaring met precisielandbouw

Claassen oriënteert zich al jaren op precisielandbouw en nam deel aan diverse initiatieven. “In 2002 richtte mechanisatiebedrijf Mijno van Dijk in Sint Annaparochie de telersgroep Spinoff op. Deze groep van Groninger en Friese akkerbouwers begonnen met gps-systemen. “In 2004 kocht ik de eerste trekker op gps om recht te rijden”, vertelt Claassen. “Het is een duur systeem, waar ik graag meer mee wil doen, ook omdat het gemakkelijk en nauwkeurig werkt.” De Groninger akkerbouwer deed in de periode 2006 tot 2010 ervaring op met plaatsspecifiek poten en bijbemesting op basis van gewasreflectiemetingen met behulp van sensortechnologie. “Dat leverde veel te weinig op, omdat sensoren op de trekker of machines strookjes van 1 tot 1,5 meter in beeld brengen. Dat geeft een te beperkt beeld van een perceel. We zijn ook met satellietbeelden bezig geweest, maar dat werkt niet bij bewolking.”

Angelique en Anselm Claassen zijn in december 2018 nog druk bezig met het sorteren van het pootgoed. De gewenste maten liggen tussen 35-55 millimeter.
Angelique en Anselm Claassen zijn in december 2018 nog druk bezig met het sorteren van het pootgoed. De gewenste maten liggen tussen 35-55 millimeter.

In 2014 sloot Claassen zich aan bij aGroFuture, een stichting waarin 5 Groninger akkerbouwers en een agronoom samenwerken in precisielandbouw. Met de drone van aGroFuture zijn nauwkeurige gewasopnames gemaakt, waarmee op basis van biomassa of NDVI, goede taakkaarten mogelijk zijn. “Daarmee kunnen we plaatsspecifiek N bemesten, maar de stikstofbesparing weegt niet op tegen de kosten van het vliegen met een drone en het laten maken van taakkaarten”, stelt Claassen, die ook al ervaring heeft met variabel loofdoden. Hierbij varieert hij de dosis loofdodingsmiddel op basis van de variatie in de hoeveelheid loof.

Pootdichtheid variabel maken

“Ik wil graag het variabel poten van aardappelen verder ontwikkelen, waarbij ik gebruik maak van zoveel mogelijk informatie over diverse bodemvariabelen. De bodem varieert per locatie en daar wil ik met een variabele pootdichtheid op inspelen”, zegt Claassen, die daarom graag deelneemt aan het NPPL-project. “Want het biedt ons hiertoe mogelijkheden met ondersteuning van nieuwe technieken, zoals de Verisscan en EM38, en met kennis van Wageningen University & Research.”

Anselm Claassen wil variabel poten van pootgoed verder ontwikkelen. “Op basis van bodemscans kunnen we goede taakkaarten maken om dat te doen.”
Anselm Claassen wil variabel poten van pootgoed verder ontwikkelen. “Op basis van bodemscans kunnen we goede taakkaarten maken om dat te doen.”

Gedurende het jaar krijgt Claassen begeleiding van, Johan Booij, een deskundige van Wageningen University & Research. Met variabel poten passen telers de plantdichtheid binnen een perceel aan op basis van een kaart over de variatie in lutumgehalten en de ligging van schaduwzones en rijpaden van spuitmachines.

Plaatsspecifiek bodem in kaart brengen

De Verisscan is een nieuwe techniek die plaatsspecifiek de bodem in kaart brengt. “Ik krijg daarmee inzicht in pH, organische stofgehalte en elektrische geleidbaarheid van de bodem.” Ook genereert de Verisscan een hoogtekaart. Al deze gegevens zijn bruikbaar voor precisielandbouwtoepassingen. Vaste schijven op de machine meten de elektrische geleidbaarheid van de bodem en dat vertaalt zich naar een lutumkaart. “Zwaardere grond geeft minder knollen. Dus hoe zwaarder de grond of hoe hoger de lutumklasse, hoe kleiner de pootafstand moet zijn voor optimale pootgoedopbrengst en het voorkomen dat knollen uit de gewenste maten groeien”, zegt Claassen.

Maatschap Claassen streeft met precisielandbouw naar een hogere pootgoedopbrengst en een gelijkmatige sortering.
Maatschap Claassen streeft met precisielandbouw naar een hogere pootgoedopbrengst en een gelijkmatige sortering.

Sensoren op de Verisscan meten de pH en het organische stofgehalte in de bodem. Vanuit de resultaten van de bodemscan worden taakkaarten ontwikkeld. De EM38-sensor meet ook de geleidbaarheid van de grond en is eveneens bruikbaar voor het maken van lutum- en taakkaarten voor pootafstand. Daarnaast hebben pootgoedras, potermaat, grofte en het verwachte aantal kiemers per poter invloed op de gewenste pootafstand. “Data over bodemstructuur en vochtvoorziening zijn ook welkom”, vindt Claassen. “Want zij beïnvloeden eveneens de uiteindelijke opbrengst en gewenste sortering net zo goed. Dat hebben we afgelopen zomer kunnen zien.”

Toekomst precisielandbouw

Claassen stelt dat precisielandbouw in theorie een prima methode is om plaatsspecifiek en milieuvriendelijk te werken. “Het bespaart meststoffen, gewasbeschermings- en loofdodingsmiddelen, maar toepassing van moderne technieken is relatief duur. Het kosten-baten-verhaal rekent zich niet altijd rond. Met variabel poten verwacht ik dat wel. Als we met variabel poten 5% meer pootgoed en een gelijkmatiger sortering realiseren, wegen de baten op tegen de kosten van precisielandbouw. En dat is belangrijk voor een hoger rendement.”

‘Ook ervaring opdoen met variabel poten van pootgoed’

In het NPPL-project is al variabel poten in consumptieaardappelen toegepast. Expert Johan Booij samen met Anselm Claassen ook aan de slag in pootgoed.

In 2018 deed NPPL-deelnemer Martin de Meijer in Hoek al ervaring op met variabel poten van consumptieaardappelen. “Ook Claassen zette al de eerste stappen met variabel poten van pootgoed en is enthousiast. Hij wil graag nog meer informatie over de bodem om te kunnen werken met goede bodemkaarten”, vertelt Johan Booij, expert van Wageningen University & Research, die hierin technische ondersteuning biedt.

De basis voor een hoger rendement in pootgoedteelt met precisielandbouw is het variëren van de pootafstand op basis van onder andere data over lutumgehaltes in de bodem. “Er zijn rekenregels beschikbaar voor het variëren van pootafstand voor consumptieaardappelen op basis van lutum- of organische stofgehalte. Bij pootgoed streef je naar de wat kleinere meer salderende maten 28-50. Echter we hebben nog weinig informatie over variabele pootafstand in relatie tot teeltdoel van pootgoed. Wel weten we dat je nauwer moet poten op de zwaardere delen van een perceel”, legt Booij uit.

De kosten voor techniek en support variabel poten is geschat op € 30 tot € 40 per hectare per jaar. “Akkerbouwers moeten zelf ook investeringen doen, want voor variabel poten op gps heb je een hydraulisch aangestuurde pootmachine nodig. Gelukkig heeft Claassen die al.” De Wageningse onderzoeker verwacht met variabel poten van pootgoed 5% meeropbrengst en een gelijkmatige sortering. “Ik ben heel benieuwd hoe de praktijkproef bij Claassen gaat uitpakken in de opbrengst. Op basis van literatuurstudies van pootgoed en praktijkervaring met consumptieaardappelen verwachten we positieve resultaten.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.