Voorbereiden om aardappelen variabel te poten
Met het voorjaar in aantocht worden de NPPL-acties bij Peter van der Poel steeds concreter. Zo heeft hij de gegevens van de inmetingen van de percelen naar expert Dirk gestuurd. Op basis daarvan worden ideale rijpaden bepaald. Verder is Van Iperen bezig met het samenstellen van bodemkaarten om op basis daarvan taakkaarten te maken.
Bodempotentiekaarten op basis van open data
Dat bedrijf heeft zich de afgelopen jaren toegelegd op toepassingen ten behoeve van precisielandbouw. Volgens Anthon Slootweg, technisch specialist precisielandbouw, moet de drempel voor ondernemers met interesse niet te hoog zijn. “Daarom maken we bodempotentiekaarten op basis van beschikbare open data.” Het is volgens hem zeker zo betrouwbaar en kost met maximaal €30 per actieve hectare een fractie van de prijzen op basis van scans. De ondernemer krijgt een kaart met verschillen in potentie van de grond, waarin factoren als zwaarte, organische stofgehalte en vochthuishouding meewegen. De daaruit gemaakte taakkaarten worden tot nu toe vooral gebruikt voor variabel, poten en strooien van vaste mest(stoffen).
Van der Poel maakt voor het spuiten van bodemherbiciden in de zaaiuien en het strooien van compost al gebruik van deze taakkaarten. Daar komt dit jaar dus het variabel poten bij. Inmiddels is het duidelijk dat de eigen aardappelplanter niet geschikt is om op taakkaarten te poten. Dat heeft te maken met het ontbreken van aansturing op de machine met een zogenoemde isobus-terminal. Peter: “De dealer heeft nog een planter staan die dat wel kan, als deze nog niet verkocht is mag ik deze gebruiken. Anders kan een collega dit perceel voor ons planten.”
Aantal stengels per knol
Ook op een ander vlak is Van Iperen actief met het invullen van het variabel poten van aardappelen. Om een optimaal aantal stengels per meter te krijgen is het belangrijk om het aantal stengels per knol te weten. Daarom heeft Van der Poel een paar kistjes met poters bij Van Iperen weggezet waar binnen 2 tot 3 weken de stengels op de aardappelen staan. Het bedrijf heeft een aparte ruimte met stellingen, waar op dit moment al tientallen bakjes van telers staan, daarvoor ingericht. De komende weken zal het aantal kiemproeven nog flink toenemen.
Volgens Slootweg gaat het om de optimale omstandigheden creëren om de potentie van de knollen te bepalen. Grond, vocht en temperatuur zijn daarvoor bepalend. Hoe deze parameters precies zijn, wil Slootweg niet kwijt. “We zoeken al enkele jaren naar de beste conditionering en denken die gevonden te hebben.”
In een bakje gaan minimaal 10 aardappelen. De kiemproef kan over alle sorteringen heen, maar ook per sortering en per ras. Dat gebeurt op basis van de wensen van de teler en adviseurs. Uit praktijkproeven blijkt volgens hem dat het werkelijke aantal stengels bij proefrooiingen gemiddeld slechts een halve afwijkt. “De teeltomstandigheden zijn natuurlijk bepalend voor de opkomst. En ook draaien of opwarmen heeft invloed op het resultaat.”
Optimale plantafstand
De kiemproef moet in combinatie met de bodempotentiekaart een bijdrage leveren aan de optimale plantafstand. Afhankelijk van de grondsoort en het aantal stengels kan er wel met 10 centimeter verschil rond de gemiddelde plantafstand worden gevarieerd. In de opbrengsten per hectare en sortering ziet Slootweg dat deze aanpak bijdraagt aan hogere hectare-opbrengsten en meer aardappelen in de gewenste sortering. Hoe dit alles op het bedrijf van Van der Poel gaat uitpakken moet nog blijken; het is nu eerst zaak om dit alles technisch mogelijk te maken.
Door op “Plaats reactie” te klikken ga ik akkoord met
de gebruikersvoorwaarden en de Privacy Policy.